• Waarschijnlijk wordt op (relatief) korte termijn wetgeving op nationaal en/of Europees niveau aangenomen over verantwoord en duurzaam ondernemen.
• Dan moeten (grotere) ondernemingen misstanden in hun toeleveranciersketens onderzoeken en minimaliseren.
• Dat vergt vertaling in de toekomststrategie en keuze van contractspartners.
• Commerciële contracten moeten daarop worden aangepast.
• Wie zich beter voordoet dan gerechtvaardigd over de manier waarop hij uitvoering en invulling geeft aan die ESG-regelgeving, loopt aanzienlijke risico’s.
Met de almaar groeiende mondiale toeleveranciersketens (supply chains), zijn ook de verplichtingen van ondernemingen om hun toeleveranciersketens te onderzoeken, te monitoren en aan te passen op (ESG) misstanden in toenemende mate het onderwerp van nationaal, Europees en internationaal debat.
Bestaande regelgeving en richtsnoeren
ESG is momenteel vooral een kwestie van vrijwilligheid. Er zijn verschillende (in beginsel) juridisch niet-bindende maar wel toonaangevende richtsnoeren/principes, zoals de:
- UN Guiding Principle for Business and Human Rights;
- OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen; en
- Sustainable development goals (duurzaamheidsdoelen van landen die aangesloten zijn bij de VN).
Deze richtsnoeren/principes vormen de grondslag voor het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) beleid van Nederland. In het kader van dit beleid zijn onder meer IMVO-convenanten gesloten tussen de overheid, sociale partners en maatschappelijke organisaties waaraan bedrijven zich vrijwillig kunnen committeren.
Voor een zeer beperkt deel van de markt gelden er al wel dwingende verplichtingen, zoals de:
- Richtlijn publicatie van niet-financiële informatie en informatie over diversiteit in het bestuursverslag, die vooral ziet op beursgenoteerde bedrijven (Richtlijn 2014/95/EU);
- Verordening conflictmineralen, die ziet op zorgvuldigheid in de toeleveringsketen van tin, tantaal, wolfraam en goud (Verordening (EU) 2017/821); en
- Houtverordening, die ziet op het tegengaan van illegale houtkap en handel in illegaal hout (Verordening (EU) 995/2010).
Verder is op 13 november 2019 de Wet zorgplicht kinderarbeid (WZK) in het Staatsblad gepubliceerd. Deze wet verplicht ondernemingen ertoe om alles te doen wat mogelijk is om te voorkomen dat de producten die zij maken of de diensten die zij leveren worden gerealiseerd met behulp van kinderarbeid. Het is echter maar de vraag of de WZK ooit in werking zal treden. Als het hieronder genoemde wetvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen wordt aangenomen, dan wordt met die wet de WZK namelijk ingetrokken.
Nieuwe nationale en/of Europese regelgeving is op korte termijn te verwachten
Inmiddels speelt ESG een steeds grotere rol in het maatschappelijk debat, niet alleen in Nederland, maar ook in andere Europese landen. Zo hebben Frankrijk, Duitsland en Zwitserland al specifieke bindende ESG-wetgeving geïntroduceerd in hun nationale wetgeving, of zijn daarmee al ver gevorderd. Die regelgeving beoogt ook een oplossing te bieden voor het ongelijke speelveld dat het vrijwillige karakter van ESG-regelgeving voor bedrijven nu creëert.
Het afgelopen jaar zijn ook de eerste stappen gezet naar nieuwe bindende wetgeving zowel op Europees als nationaal niveau:
- Europa. Op 23 februari 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een Europese richtlijn over passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (Corporate Sustainability Due Diligence) (2022/0051(COD)). Ook heeft de Europese Commissie op 30 maart 2022 een voorstel ingediend voor een Europese richtlijn voor het versterken van de positie van consumenten voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken (empowering consumers for the green transition through better protection against unfair practices and better information) (2022/0092(COD)). Op diezelfde datum heeft de Europese Commissie ook een voorstel ingediend voor een Europese verordening voor een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (framework for setting ecodesign requirements for sustainable products) (2022/0095(COD)).
- Nederland. Op 11 maart 2021 is in Nederland het initiatiefwetsvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen ingediend, waarin ondernemingen een zorgplicht wordt opgelegd en voor bepaalde ondernemingen regels gelden ten aanzien van het betrachten van zorgvuldigheid in hun toeleveranciersketen (supply chain). Het wetsvoorstel is ingediend, omdat de verwachting is dat het Europese wetgevingsproces veel tijd in beslag gaat nemen. Ook proberen de indieners van het wetsvoorstel hiermee aanstaande Europese regelgeving te beïnvloeden. Het wetsvoorstel is op dit moment nog in behandeling bij de Tweede Kamer.
Het voordeel van een Europese aanpak ten opzichte van een nationale aanpak is dat een Europese benadering een breder effect sorteert en leidt tot een paneuropees gelijk speelveld.
ESG-uitlatingen brengen ook risico’s mee
Ook consumenten zijn steeds meer geïnteresseerd in de duurzaamheidsimpact van ondernemingen waarvan zij producten en/of diensten afnemen. Ondernemingen maken hier ook dankbaar gebruik van als marketingmiddel. Ondernemingen moeten er wel voor oppassen dat zij naar consumenten toe eerlijk zijn in hun uitlatingen over ESG/duurzaamheid in/van hun bedrijfsvoering, want anders kunnen zij daarop worden aangesproken.
- Consument. De regels over oneerlijke handelspraktijken – die voortvloeien uit de Europese Richtlijn oneerlijke handelspraktijken – beschermen consumenten tegen bedrijven die zich ‘duurzamer’ voordoen dan in werkelijkheid het geval is. In voorkomend geval kan het zijn dat een onderneming hierdoor onrechtmatig handelt jegens consumenten. Als dat het geval is, kan een vordering tot schadevergoeding ingesteld worden, maar ook (bijvoorbeeld door een belangenorganisatie) een vordering tot het staken van de overtreding. Een consument kan in zo’n geval mogelijk ook een gesloten overeenkomst vernietigen op grond van dwaling.
- Autoriteit Consument en Markt (ACM). Ook de ACM kan hard optreden tegen ondernemingen die zich onterecht duurzaam voordoen, bijvoorbeeld door het opleggen van een boete (tot EUR 900.000 of, indien dat meer is, 1% van de omzet van de overtreder) of het opleggen van een dwangsom. De ACM heeft in dit kader een leidraad opgesteld met vuistregels en praktische voorbeelden voor bedrijven die beweren duurzaam te zijn (de Leidraad Duurzaamheidsclaims).