Waarmee kunnen wij u helpen?

    Nieuws

    Preventieve ontslagbescherming stichtingsbestuurder vervalt

  • NL
  • Het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) is op 28 januari 2020 aangenomen door de Tweede Kamer. Op 11 december 2020 werd de wet gepubliceerd en onlangs is bekendgemaakt dat deze op 1 juli 2021 in werking zal treden. De aanleiding voor de wet is onder meer een aantal incidenten op het gebied van governance in de semi-publieke sector. Het doel van de wet is om de regelingen voor bestuur en toezicht bij verschillende soorten rechtspersonen aan te vullen en te verduidelijken. Voor vennootschappen (BV's en NV's) zijn al regels op het gebied van bestuur en toezicht van toepassing. Voor andere rechtspersonen, zoals stichtingen, worden deze regels daar nu mee in overeenstemming gebracht. Voor stichtingen levert dit belangrijke wijzigingen op voor de positie van de bestuurder. Dit wordt hierna uitgelegd.

    Bestuurder van een stichting

    Stichtingen hebben vaak een Raad van Toezicht die de bevoegdheid heeft om bestuurders te benoemen en te ontslaan. Stichtingsbestuurders hebben een dubbele positie binnen een stichting. Enerzijds zijn zij benoemd als statutair bestuurder en anderzijds zijn zij (doorgaans) werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst. Een belangrijke wijziging voor stichtingen wordt door de Wbtr neergelegd in artikel 2:298a BW. In dat artikel wordt bepaald dat de rechter een arbeidsovereenkomst tussen een stichting en een ex-bestuurder niet kan herstellen. Daardoor wijzigt ook de ontslagbescherming van een stichtingsbestuurder, want er gelden speciale ontslagregels voor bestuurders waarvan de rechter de arbeidsovereenkomst niet kan herstellen. Op dergelijke bestuurders is geen preventieve ontslagtoets van toepassing. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst van een stichtingsbestuurder straks kan worden opgezegd zonder voorafgaande toestemming van het UWV of de rechter. Deze regel geldt al voor bestuurders van andere rechtspersonen, zoals de NV en de BV. 

    Eenzijdig ontslag als bestuurder én als werknemer

    Ook voor de inwerkingtreding van de Wbtr kan de Raad van Toezicht een stichtingsbestuurder eenzijdig uit zijn statutaire positie ontslaan, na inachtneming van de geldende formaliteiten (waaronder het horen van de bestuurder). De arbeidsovereenkomst is dan echter nog niet opgezegd en de ex-stichtingsbestuurder is nog werknemer binnen de stichting. Voor het ontslag als werknemer moet de Raad van Toezicht zich vervolgens nog richten tot het UWV (bij bedrijfseconomische redenen of twee jaar ziekte) of de rechter (bij andere ontslaggronden). Als er geen redelijke ontslaggrond aanwezig is, wordt door UWV of rechter geen toestemming verleend de arbeidsovereenkomst te beëindigen en duurt deze voort. Deze situatie kan onwenselijke gevolgen hebben voor een stichting. Een lange (juridische) procedure moet namelijk worden afgewacht en een ex-stichtingsbestuurder zou, na een afwijzing van het ontslag, kunnen eisen om weer aan het werk te gaan.

    Het doel van de nieuwe regeling is dat recht wordt gedaan aan het belang van de stichting om bestuurd te worden door personen die het vertrouwen hebben van de stichting en meer specifiek van de Raad van Toezicht. Als dit vertrouwen in een stichtingsbestuurder niet meer bestaat, kan de arbeidsovereenkomst met de stichtingsbestuurder eenzijdig, zonder preventieve ontslagtoets, worden opgezegd door de Raad van Toezicht. De stichtingsbestuurder kan vervolgens geen herstel van de arbeidsovereenkomst vragen, maar heeft enkel de mogelijkheid om een (billijke) vergoeding te vragen bij ontslag als er geen redelijke grond was voor het ontslag of als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld in verband met het ontslag.

    Conclusie

    Conclusie op basis van voorgaande is dat per 1 juli 2021 de stichtingsbestuurder zijn huidige (preventieve) ontslagbescherming verliest. De Raad van Toezicht kan de arbeidsovereenkomst van de bestuurder vanaf dat moment zelfstandig beëindigen door opzegging, waardoor de ex-bestuurder dan nog enkel de mogelijkheid heeft om een vergoeding voor (onredelijk) ontslag te eisen. Hiermee worden de regels over het ontslag van stichtingsbestuurders in lijn gebracht met de regels voor andere rechtspersonen.

    Vragen? Aarzel niet om contact op te nemen met Steven Sterk  of Samantha Anim