Recente ontwikkelingen box 3
- De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 (het “Kerstarrest”) geoordeeld dat het huidige box 3-stelsel voor de jaren 2017 – 2022 in strijd is met Europees recht;
- Het kabinet geeft voor de jaren 2017-2024 invulling aan box 3 middels een zogenaamde forfaitaire spaarvariant en spoedwetgeving;
- Voor de jaren 2017–2020 komen de belastingplichtigen die tijdig in bezwaar zijn gegaan of van wie de aanslag nog niet onherroepelijk vaststaat in aanmerking voor compensatie. Het kabinet wacht het oordeel van de Hoge Raad af alvorens het een beslissing neemt over compensatie voor andere belastingplichtigen;
- Voor de jaren 2021 en 2022 komen alle belastingplichtigen met box 3 vermogen in aanmerking voor compensatie;
- Het kabinet beoogt vanaf 2025 een nieuw box 3-stelsel in te voeren op basis van werkelijk rendement.
Huidige box 3-stelsel
In box 3 wordt het voordeel uit sparen en beleggen belast. Sinds 2017 wordt het vermogen voor box 3 bij wijze van fictie opgedeeld in een beleggingsdeel en een spaardeel, waarbij de gebruikte verhouding afhankelijk is van de omvang van het vermogen. Voor zowel het beleggingsdeel, als het spaardeel geldt een forfaitair (dat is: fictief) rendement waarover de belastingplichtige inkomstenbelasting verschuldigd is. Het aan het spaardeel toegerekende rendement wordt jaarlijks herijkt, terwijl het aan het beleggingsdeel toe te rekenen rendement wordt vastgesteld op een in het verleden over een langere periode haalbaar rendement.
Het Kerstarrest
In het Kerstarrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat box 3 sinds 2017 op stelselniveau strijdig is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De Hoge Raad heeft in dit arrest geoordeeld dat compensatie aan de belastingplichtige moet worden verleend. Alleen het werkelijke rendement – en dus niet het forfaitair rendement – van belastingplichtige dient in de box 3-heffing te worden betrokken.
Compensatie voor jaren 2017-2022
Voor het bieden van compensatie heeft het kabinet gekozen voor een forfaitaire spaarvariant (de zogenaamde “spaarvariant”). Deze spaarvariant gebruikt de werkelijke samenstelling van het vermogen van de belastingplichtige. Om het rendement over deze werkelijke vermogensmix te berekenen, werkt de spaarvariant met forfaits voor de categorieën spaargeld, schulden en overige bezittingen. Voor spaargeld wordt aangesloten bij de actuele spaarrente (0,25% in 2017 aflopend naar ongeveer 0% in de jaren erna). Voor schulden wordt de actuele hypotheekrente gebruikt (3,43% in 2017 aflopend naar 2,46% in 2021) en voor de overige bezittingen wordt, zoals nu, aangesloten bij de gemiddelde rendementen op obligaties, aandelen en onroerend goed gedurende meerdere jaren (gemiddeld + 5,5%).
Het kabinet wil met deze spaarvariant bewerkstelligen dat voornamelijk belastingplichtigen met spaargeld gecompenseerd worden.
Welke belastingplichtigen komen in aanmerking voor compensatie?
Het kabinet biedt compensatie aan belastingplichtigen voor de jaren 2017-2022.
2017-2020
Belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de box 3-heffing voor de belastingjaren 2017-2020, ontvangen vóór 4 augustus 2022 automatisch compensatie indien zij daartoe gerechtigd zijn op basis van de bovenomschreven spaarvariant. Dit geldt ook voor belastingplichtigen waarvan de aanslag inkomstenbelasting met box 3 vermogen nog niet onherroepelijk vaststaat.
Belastingplichtigen die niet tijdig bezwaar hebben gemaakt en waarvan de belastingaanslag al onherroepelijk vaststaat (niet-bezwaarmakers), kunnen een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Een dergelijk verzoek dient binnen vijf jaar na afloop van het belastingjaar te worden ingediend (dus uiterlijk 31 december 2022 voor het indienen van een verzoek voor belastingjaar 2017). Als hoofdregel geldt dat deze niet-bezwaarmakers geen beroep kunnen doen op het Kerstarrest bij hun verzoek om ambtshalve vermindering, omdat dit arrest is gewezen nadat hun aanslag onherroepelijk is komen vast te staan. De rechtbank van eerste aanleg heeft echter reeds in meerdere zaken geoordeeld dat een niet-bezwaarmaker zich ook op het Kerstarrest kan beroepen. Momenteel buigt de Hoge Raad zich over dit vraagstuk en een oordeel wordt in het najaar verwacht. Het kabinet geeft aan (i) het oordeel van de Hoge Raad af te wachten alvorens een beslissing te nemen over het wel of niet verlenen van compensatie aan niet-bezwaarmakers, en (ii) dat de niet-bezwaarmakers geen actie hoeven te ondernemen tot het kabinet een besluit genomen heeft.
2021-2022
Voor de jaren 2021 en 2022 komen alle belastingplichtigen met box 3 vermogen automatisch in aanmerking voor compensatie indien zij daartoe gerechtigd zijn op basis van de bovenomschreven spaarvariant, omdat de aanslagen inkomstenbelasting over deze belastingjaren nog niet vaststaan.
Spoedwetgeving voor jaren 2023 en 2024
Het kabinet beoogt de spaarvariant om te zetten in tijdelijke wetgeving voor de jaren 2023 en 2024. Het huidige box 3-stelsel wordt hierdoor vervangen.
Een nieuw box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement vanaf 2025
Het beoogde box 3-stelsel vanaf 2025 kent een heffing op basis van werkelijk rendement in de vorm van een vermogensaanwasbelasting.Bij deze vorm wordt belasting geheven over zowel de reguliere voordelen uit box 3 vermogen (zoals dividend, huur en rente), als de (on)gerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen (zoals de waardestijging en/of waardedaling van onroerende zaken) in het desbetreffende jaar. Een uitzondering wordt gemaakt voor de waardeontwikkeling van onroerende zaken: deze waardeontwikkeling zal in eerste instantie nog forfaitair belast worden, omdat verwacht wordt dat in het begin nog niet alle benodigde gegevens beschikbaar zijn om de waardeontwikkeling te berekenen. Het streven van het kabinet is om ook voor onroerende zaken zo snel als mogelijk over te gaan op heffing naar werkelijk rendement.
Meer informatie
Wilt u meer weten over de ontwikkelingen in box 3 en/of wat dit betekent voor uw situatie? Neem dan contact met ons op.