Waarmee kunnen wij u helpen?

    Artikel

    Tweede Kamer bespreekt tweede reparatiewetsvoorstel Wzd en Wvggz

  • NL
  • De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) traden op 1 januari 2020 in werking. Beide wetten zijn op 7 oktober aangepast met als doel de uitvoerbaarheid te vereenvoudigen en enkele technische onvolkomenheden en omissies te herstellen. Op 27 mei 2021 besprak de Tweede Kamer het tweede reparatiewetsvoorstel voor beide wetten. Deze tweede set wijzigingen beoogt wederom de uitvoerbaarheid te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen. In dit artikel een overzicht van de inhoud van dit tweede reparatiewetsvoorstel en de discussie daarover in de Tweede Kamer.

    Zowel de reeds uitgevoerde wijzigingen van 7 oktober 2020 als de wijzigingsvoorstellen die nu voorliggen vloeien voort uit de sessies die de ministeries van WVS en JenV in maart en april 2020 hebben gehouden met alle ketenpartners. Bij de eerdere wetswijzigingen zijn enkel de knelpunten met een breed draagvlak gewijzigd die binnen een relatief kort tijdsbestek in de wetswijziging konden worden verwerkt. Het twee reparatiewetsvoorstel bevat punten die in overleg met de ketenpartners nadere uitwerking behoefden. Het reparatiewetsvoorstel met onder meer onderstaande wijzigingen is gisteren aan de Tweede Kamer voorgelegd. 

    • Het verwerken van het BSN wordt geregeld voor het verstrekken van gegevens aan de IGJ, zodat de IGJ beter toezicht kan houden op de uitvoering van de verplichte zorg.
    • De geneeshees-directeur en zorgverantwoordelijke krijgen meer tijd om een opvolgende zorgmachtiging voor te bereiden.
    • De eis van een medische verklaring bij het tussentijds beëindigen van een crisismaatregel vervalt.

    De Tweede Kamer heeft het reparatiewetsvoorstel op 27 mei 2021 uitvoerig besproken. Door diverse leden zijn amendementen ingediend op het reparatiewetsvoorstel. Onder andere leidt ertoe dat:

    • mensen die gedwongen worden behandeld niet hun recht op bijstand verliezen;
    • de schriftelijke vastlegging van een beslissing tot toepassing van onvrijwillige zorg zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 48 uur wordt geregeld; en
    • onbekwaamheid moet worden vastgesteld door een BIG geregistreerde.

    Tijdens de behandeling is daarnaast aandacht besteed aan de aanstaande wetsevaluatie die medio 2022 zal worden afgerond. Zo is gevraagd hoe het voorliggend reparatiewetsvoorstel zich verhoudt tot de aanstaande wetsevaluatie. De staatssecretaris merkt daarover op dat de wijzigingen die minder ingrijpend zijn en waar draagvlak voor bestaat bij alle betrokken partijen meegenomen kunnen worden in voorliggend reparatiewetsvoorstel. Deze wijzigingen lopen dus vooruit op de afronding van de wetsevaluatie. Wijzigingen waar minder draagvlak voor is en/of die meer ingrijpend zijn, zullen moeten wachten op de evaluatie. 

    Verder is ook de samenloop tussen de twee wetten ook besproken. Een aantal keer kwam het geluid van het werkveld naar voren dat het problematisch kan zijn passende zorg te verlenen als niet duidelijk is of een cliënt beter geholpen is onder de Wzd of de Wvggz. Verzocht is om tijdens de wetsevaluatie goed in kaart te brengen of deze problematiek met een wetswijziging op een zorgvuldige manier kan worden opgelost. De kamer heeft ook verzocht om met de wetsevaluatie goed te kijken naar de samenloop met andere wetten zoals de Wkkgz, WGBO en de Wet BIG. 

    Voorafgaand aan de behandeling heeft een aantal veldpartijen – NVvP, Mind, Stichting PVP, V&VN en de Nederlandse GGZ – kenbaar gemaakt het initiatief van de staatssecretaris én de inzet van het Ministerie van VWS te waarderen. De tweede reparatie is ook volgens hen een goede stap voor de zeer gewenste en noodzakelijke verbetering van de wetten. Zij merken echter op dat er aanzienlijk grotere knelpunten zijn die niet worden aangepakt met dit reparatiewetsvoorstel en spreken de angst uit dat een mogelijke langdurige kabinetsformatie ervoor zorgt dat deze knelpunten niet worden aangepakt met de urgentie die zij vereisen.