4 min read

De juridische obstakels van big healthdata en hoe ze weg te nemen

27 November 2019

De tijd waarin de dokter enkel het papieren dossier erbij pakte als een patiënt zijn spreekkamer binnenkwam is voorbij. Het gebruik van big data kan de patiëntenzorg sterk verbeteren en de kosten drukken. Daar moeten echter wat juridische hobbels voor genomen worden.

Er is inmiddels een keur aan innovatieve toepassingen in de gezondheidszorg die draaien op big data. Denk aan het vroegtijdig opsporen van huidkanker met een app of het gebruik van een wearable om de bloeddruk te meten. Ook kunnen computersimulaties medisch onderzoek versnellen en zorgen voor eerdere toegang tot nieuwe geneesmiddelen. “Al die mogelijkheden ontstaan door data te ontsluiten en met andere data te combineren”, zegt Dimitri van Hoewijk, partner bij Van Doorne en lid van het Healthcare & Life Sciences team. “Het verzamelen en koppelen van data uit verschillende bronnen biedt ontzettend veel kansen.”

Het toepassen van (big) data in de zorg kan echter op gespannen voet staan met privacy van patiënten. En ook over de technologie zelf moeten afspraken gemaakt worden. Juridisch is niet alles mogelijk. Toch kan er vaak meer dan zorgverleners en HealthTech-bedrijven denken.

Het eerste probleem waar veel organisaties tegenaan lopen is dat de data uit verschillende bronnen niet gecombineerd kan worden, of niet met elkaar kan communiceren. Dat heeft zowel met de invoering van data in systemen te maken, als met de onderliggende techniek. “Daar moeten afspraken over gemaakt worden tussen afdelingen of tussen verschillende organisaties. Zowel in Nederland als op Europees niveau is er in de zorg al een heel aantal initiatieven om data beter op elkaar aan te laten sluiten. Dat gaat over het gebruik van dezelfde medische termen, maar ook over het technisch standaardiseren van informatiesystemen zodat de techniek geen belemmering meer vormt voor het delen van data”, legt ICT-counsel Louis Jonker uit.

Krampachtig handelen

Een tweede obstakel is de onduidelijkheid die bij veel partijen leeft over wat er nou precies wel en niet mag bij het gebruik van (patiënt)data voor innovatieve doeleinden. Die onduidelijkheid wordt vooral veroorzaakt door de recente invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). “Publicaties in de media en zelfs in vaktijdschriften helpen de zaak niet. Auteurs hebben de klok horen luiden maar weten niet waar de klepel hangt”, zegt Van Hoewijk.

“Je moet niet alle innovaties in de kiem smoren uit angst dat het niet mag op grond van privacywetgeving”

 De onduidelijkheid kan bij zorginstellingen leiden tot krampachtig en terughoudend handelen als het op big data aankomt. “Ik sprak laatst een arts van een academisch centrum. Hij vertelde dat er wel vijftig innovatieve applicaties beschikbaar zijn om betere zorg te bieden, maar dat hij er maar een handvol aan het bed kan gebruiken door onduidelijkheid over de regels”, aldus Van Hoewijk. “En dat is zo zonde”, vult Jonker aan. “Alhoewel privacy natuurlijk heel belangrijk is, moet je niet alle innovaties bij voorbaat in de kiem smoren uit angst dat het niet mag op grond van privacywetgeving.”

Holistische benadering

Van Doorne raadt zorginstellingen en HealthTech-bedrijven aan om in een vroegtijdig stadium met het gespecialiseerde juridische team te praten over de mogelijkheden en beperkingen van big data-toepassingen.

Van Hoewijk: “Met een privacy check geven we antwoord op de vraag of je een initiatief wel of niet kunt uitvoeren qua regelgeving. En aangezien er bij innovatieve toepassingen vaak rekening gehouden moet worden met meerdere regulatoire kaders gebruiken we een holistische benadering. Welke data wil je gaan gebruiken en aan welke regelgeving moet je dan voldoen; is er sprake van een medisch hulpmiddel en wordt de organisatie dan zelf een fabrikant; organiseer je de samenwerking als VOF of in een BV? Wij zoeken het allemaal voor de cliënt uit en geven pragmatisch advies, zodat de innovatie zo snel mogelijk een succes wordt en het de patiëntenzorg kan verbeteren.”