Het nieuwe protocol normnaleving zorgsector (“Protocol”) is op 9 oktober jl. in werking getreden en vervangt een eerdere versie uit 2014. Het Protocol heeft als doel om de onderlinge relatie en samenwerking van diverse toezichthoudende en handhavende partijen in de zorg te bevorderen wat onder andere zou moeten leiden tot minder fraude in de zorg. Het Protocol kent een aantal (kleine) verschillen ten opzichte van de vorige versie en doordat die al van een aantal jaar geleden is, frissen wij graag uw geheugen op door in dit nieuwsbericht de hoofdlijnen van het Protocol te bespreken.
Samenwerking heeft als doel effectieve bevordering van normnaleving in de zorg
Het Protocol betreft een samenwerking tussen het onderdeel van het Openbaar Ministerie dat zich onder meer toelegt op de bestrijding van complexe fraudecriminaliteit, ook wel het Functioneel Parket genoemd, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (“FIOD“), de directie Opsporingen van de Inspectie Sociale zaken en werkgelegenheid, de NZa en de IGJ. Omdat overtredingen van de wetgeving die zien op of verband houden met de financiering en ordening van de gezondheidszorg zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd, is het noodzakelijk dat voornoemde toezichthouders en opsporingsdiensten samenwerken. De nauwe samenwerking van de keten van wet- en regelgeving, preventie, toezicht, controle, bestuurlijke sanctionering, opsporing en strafrechtelijke vervolging beoogt een effectieve bevordering van normnaleving door zorgaanbieders.
Periodiek overleg in het SWP Zorg
Om deze keten te organiseren, voorziet het Protocol in het periodiek overleg Stuur- en Weegploeg Zorg (“SWP Zorg“). Alle bij het Protocol betrokken partijen doen mee aan het SWP Zorg dat wordt voorgezeten door de officier van justitie. Voorheen vonden twee separate periodieke overleggen plaats tussen de partijen, namelijk het Centraal Selectieoverleg Zorg en een separaat georganiseerd overleg. In het Protocol zijn deze twee overleggen geïntegreerd in het SWP Zorg en is het doel van dit overleg tweeledig geworden.
Allereerst worden tijdens het SWP Zorg mogelijke betekenisvolle zaken vroegtijdig gedeeld. Dit zodat in een vroeg stadium zo goed mogelijk kan worden bepaald welke partij het meest aangewezen is om een signaal te onderzoeken. In een vroeg stadium zal er nog geen concreet vermoeden bestaan van een strafbaar feit of overtreding van wetgeving die ziet op of verband houdt met (de financiering of ordening van) gezondheidswetgeving. Verder wordt tijdens dit overleg informatie uit strafrechtelijke of bestuursrechtelijke onderzoeken gedeeld en worden gegevens met betrekking tot het handhavingsbeleid en prioritering van partijen uitgewisseld.
Het tweede doel van SWP Zorg is het voorleggen van zaken aan het Functioneel Parket. Het gaat hierbij om betekenisvolle overtredingen waarbij veelal sprake zal zijn van opzettelijke handelen van de overtreder. Bij de beoordeling of strafrechtelijke onderzoek wordt ingesteld, worden naast de vraag of sprake is van opzettelijk handelen een aantal in het Protocol opgenomen gezichtspunten in aanmerking genomen. Een nieuw gezichtspunt is dat ook wordt gekeken of door strafrechtelijk onderzoek nieuwe fraudevormen kunnen worden blootgelegd die niet door een andere interventie opgespoord kunnen worden. Als dit het geval is dan zal eerder worden overgegaan op voorlegging aan het Functioneel Parket. Naast betekenisvolle overtredingen, worden ook gedragingen waarvoor de toezichthouder voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen en die tevens strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd, voorgelegd. Tevens worden gedragingen waarvoor geen bestuursrechtelijke afdoening openstaat, maar die wel zien op of verband houden met financiering en ordening van de gezondheidszorg besproken. De officier van justitie besluit na afstemming in het SWP Zorg of hij ten aanzien van de voorgelegde zaken al dan niet een strafrechtelijk onderzoek zal instellen.
Urgente situaties
Evenals de versie uit 2014 bevat het Protocol enkele bepalingen die zien op de samenwerking tussen de betrokken partijen tijdens urgente situaties. In dat geval kan het zijn dat het treffen van een handhavende maatregel of het instellen van onderzoek door een partij niet op afstemming met de andere partijen kan wachten. Het Protocol bepaalt dat in dat geval partijen elkaar hier onverwijld van op de hoogte stellen. Het is ook mogelijk om een ad hoc SWP Zorg te organiseren.
Overige afspraken
Overige bepalingen in het Protocol zien onder andere op de overdracht van (bijzondere persoons)gegevens, de verplichting om onderling informatie te verstrekken en de afspraak dat afstemming wordt gezocht tussen partijen ten aanzien van onder andere persmededelingen en de publicatie van onderzoeksresultaten. Tot slot kan op initiatief van één partij een overleg plaatsvinden tussen de bestuurders van de partijen waarin zij de samenwerking en de algemene gang van zaken rond SWP Zorg kunnen bespreken. Eerder vormde dit een jaarlijkse verplichting.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rutger ten Ham en Barbara van der Veen.