Aangepaste systematiek Inkoopkader Wlz 2021 – 2023
Zorgaanbieders hebben weerstand geuit tegen de aangepaste systematiek van het voorgenomen inkoopkader Wet langdurige zorg (“Wlz“) 2021 – 2023. In dit nieuwsbericht gaan wij kort in op dit nieuwe inkoopkader en op de geleverde kritiek.
Inkoopkader 2021-2023
ZN publiceerde onlangs het voorgenomen landelijke inkoopkader Wlz 2021 – 2023. Het doel van het nieuwe inkoopkader is dat zorgkantoren zorgaanbieders die aantoonbaar bijdragen aan het toegankelijk en betaalbaar houden van de langdurige zorg extra worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Om die reden wordt uitgegaan van een aangepaste systematiek, namelijk een basistariefpercentage van 94 procent van het NZa-maximumtarief voor alle zorgprestaties in 2021. Daarnaast kan het zorgkantoor zorgaanbieders een opslag toekennen van maximaal 2 procent wanneer zij een plan aanleveren dat voldoet aan één of meerdere kernelementen van de zorg, namelijk: duurzaamheid, bedrijfsvoering, innovatie en passende zorg. Het zorgkantoor werkt in het eigen regionale deel van het zorginkoopkader uit welke kernelementen leiden tot een opslag op het basistarief en hoe de zorgaanbieder daarvoor in aanmerking kan komen.
Vanwege de grote impact van covid-19 op de langdurige zorg wordt het inkoopkader gefaseerd ingevoerd en geldt 2021 als overgangsjaar. Indien de situatie na covid-19 is genormaliseerd, wordt een termijn van twee maanden voor het alsnog aanleveren van een beknopt plan voor 2021 realistisch geacht door ZN. De exacte datum wordt door ZN in overleg met brancheorganisaties bepaald.
Weerstand zorgaanbieders
Zorgaanbieders hebben weerstand geuit tegen de aangepaste systematiek en geven aan dat geen draagvlak bestaat voor dit plan binnen de sector. Allereerst betreuren zij dat het plan niet in samenspraak tot stand is gekomen. Verder voelt het hanteren van een basistarief als een onbegrijpelijke bezuiniging die de relaties tussen zorgaanbieders en zorgkantoren negatief zal beïnvloeden. In een brief die door brancheorganisaties VGN, ActiZ en GGZ Nederland gezamenlijk aan ZN is gestuurd, stellen zij dat als de zorgkantoren naar eigen inzicht op basis van de doelstellingen uit kunnen gaan van tariefdifferentiatie dat leidt tot onduidelijkheid, onzekerheid en toenemende administratieve lasten. De tarieven worden namelijk verlaagd, terwijl zorgkantoren minimaal dezelfde kwaliteit van zorg verwachten. Specifiek in de ouderenzorg zijn de contouren voor de bekostiging zeer ongewis, aldus de brancheorganisaties. Het is onduidelijk hoe de kwaliteitsbudgetten onderdeel uitmaken van de tarieven en hoe de plannen passen binnen de uitgangspunten van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.
Inmiddels is door VGN een kort geding gestart tegen doorvoering van het inkoopkader. De brancheorganisatie trekt hierin op met veertig gehandicaptenzorgaanbieders. Vanwege vertraging door covid-19 vindt het kort geding pas op 10 september aanstaande plaats.
Minister VWS staat achter het voorgenomen inkoopkader
Minister Hugo de Jonge heeft steun gekregen van de coalitiepartijen voor het voorgenomen inkoopkader. Hij wijst erop dat het inkoopkader mede is opgesteld door zorgkantoren en dat er dus wel degelijk sprake is van samenwerking met de branche. Daarnaast herkent hij zich niet in de signalen vanuit de ouderenzorg, aangezien deze sector juist structureel 480 miljoen euro extra ontvangt vanwege het grotere zorgvolume in de Wlz en daarnaast kwaliteitsgelden ter hoogte van 2,1 miljard euro zijn toegekend.
Nota van Inlichtingen
Op 26 juni jl. publiceerde ZN de Nota van Inlichtingen waarin diverse vragen van zorgaanbieders worden beantwoord en een toelichting op de bezwaren per branche wordt gegeven. De Nota van Inlichtingen heeft geleid tot een paar beperkte aanpassingen in het inkoopbeleid die vooral zien op de ouderenzorg. Het is de vraag of hiermee de bij zorgaanbieders ontstane weerstand voldoende is weggenomen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Willemien Bischot en Barbara van der Veen.