Volgens vaste jurisprudentie hoeft een partij die als lasthebber in eigen naam voor rekening van een lastgever procedeert (“middellijke vertegenwoordiging”), pas te stellen en zo nodig te bewijzen dat hij uit hoofde van lastgeving bevoegd is op te treden in het geval het verweer van de wederpartij daartoe aanleiding geeft. In lijn met die jurisprudentie, bevestigt de Hoge Raad in dit arrest dat de lasthebber die in eigen naam procedeert ook in hoger beroep nog kan meedelen dat hij ten behoeve van een ander optreedt. De lastgever kan op die manier lang op de achtergrond opereren.
De auteur gaat in zijn annotatie bij dit arrest in op:
1. Procederen op grond van lastgeving in eigen naam;
2. Eiswijziging in hoger beroep; en
3. Verandering van hoedanigheid gedurende de procedure.
De annotatie, gepubliceerd in JBPr 2019/14, is hieronder te downloaden.