Steeds meer bedrijven en overheidsinstanties maken gebruik van camera’s met gezichtsherkenning. Deze organisaties blijken echter veelal niet goed op de hoogte te zijn van de regelgeving omtrent gezichtsherkenning, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens. Gezichtsherkenning is in beginsel verboden, tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie. Om ongeoorloofd gebruik te voorkomen, gaat de Autoriteit Persoonsgegevens gerichte voorlichting geven aan de grootste afnemers van gezichtsherkenningscamera’s: bedrijven in de detailhandel, beveiliging, sport & entertainment en vervoer, evenals gemeenten.
De Autoriteit Persoonsgegevens toont hiermee een verscherpte aandacht voor gezichtsherkenning. Eerder dit jaar ontving de supermarktbranche al een soortgelijke voorlichting van de Autoriteit Persoonsgegevens over het gebruik van camera’s met gezichtsherkenning. Indien er sprake is van een (verdenking van een) overtreding van de privacyregels, kan de Autoriteit Persoonsgegevens een onderzoek starten en een boete opleggen.
Lees hier het nieuwsbericht van de Autoriteit Persoonsgegevens van 29 oktober 2020.