Artikel
3 min read

Belangenverstrengeling in het bestuursrecht: Een waarschuwing uit Texel

25 March 2025

Recent oordeelde de rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2024:13463) dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel in strijd had gehandeld met artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht (het verbod op belangenverstrengeling en vooringenomenheid). De zaak draaide om een omgevingsvergunning voor de bouw van 27 appartementen in De Cocksdorp (op Texel), waarbij een wethouder met een persoonlijk belang betrokken was bij het desbetreffende project. Dit leidde tot de schijn van belangenverstrengeling, met als gevolg dat de beslissing op bezwaar werd vernietigd. Wat kunnen bestuursorganen en belanghebbenden hiervan leren?

De casus: Een wethouder met dubbele belangen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel verleende op 9 maart 2022 een omgevingsvergunning voor de realisatie van een nieuwbouwproject dat de realisatie van 27 appartementen mogelijk maakt. Tegen deze omgevingsvergunning werd bezwaar gemaakt, onder andere omdat een van de vennoten van de vergunninghouder (een vennootschap onder firma) tevens wethouder was, belast met ruimtelijke ordening binnen de gemeente Texel. Hoewel deze wethouder nog niet in functie was ten tijde van de verlening van de omgevingsvergunning, was hij dat wél bij de heroverweging daarvan in het kader van de bezwaarprocedure. Zijn aanwezigheid en toelichting tijdens de beraadslaging brachten de objectiviteit van de besluitvorming in gevaar, aldus de rechtbank. Dat de wethouder pas na de vergunningverlening was aangesteld, doet daar volgens de rechtbank niet aan af. Zijn aanwezigheid kon namelijk alsnog invloed hebben gehad op de besluitvorming.

De rechtbank concludeerde dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel onvoldoende had gewaarborgd dat de besluitvorming zonder vooringenomenheid had plaatsgevonden. Als gevolg daarvan was volgens de rechtbank sprake van schending van artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit artikel verplicht bestuursorganen tot een onafhankelijke en onbevooroordeelde besluitvorming. Het bestuursorgaan moet derhalve actief voorkomen dat (de schijn van) vooringenomenheid ontstaat. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel moest van de rechtbank binnen twaalf weken een nieuwe beslissing op bezwaar nemen, met inachtneming van de uitspraak.

De juridische implicaties

Deze uitspraak onderstreept het belang van een zorgvuldige en transparante besluitvorming in het bestuursrecht. Bestuursorganen moeten op grond van artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht niet alleen feitelijk onafhankelijk zijn, maar ook elke schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. Zelfs als, zoals in het onderhavige geval, een wethouder zich niet actief mengt bij de besluitvorming zelf, kan zijn aanwezigheid al de objectiviteit van het proces beïnvloeden. Dit biedt een duidelijke les voor bestuursorganen; zij moeten actief waken tegen situaties waarin persoonlijke en publieke belangen met elkaar kunnen vermengen.

Bestuursorganen doen er goed aan om strikte integriteitsmaatregelen te hanteren, zoals het uitsluiten van betrokkenen met een persoonlijk belang bij de besluitvorming. Dit kan bijvoorbeeld door een wethouder te laten terugtreden bij vergaderingen waarin relevante besluiten worden genomen en dit expliciet te documenteren in de besluitenlijst. Voor belanghebbenden geldt dat, bij een vermoeden dat een besluit is beïnvloed door persoonlijke belangen, een beroep op artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht mogelijk vruchten af kan werpen in een bestuursrechtelijke procedure tegen dat besluit.

Heeft u vragen over bestuurlijke besluitvorming of mogelijke belangenverstrengeling? Onze specialisten helpen u graag verder.

Terug
Belangenverstrengeling in het bestuursrecht: Een waarschuwing uit Texel