2 min read
Buitenlandse franchisenemer kan Nederlands recht niet omzeilen met rechtskeuze in nieuwe franchisewet
29 June 2020

Op 16 juni 2020 heeft de Tweede Kamer de Wet franchise aangenomen. Verwacht wordt dat de behandeling door de Eerste Kamer voorspoedig zal verlopen en de Wet al op 1 januari 2021 in werking zal kunnen treden. 

Het wetsvoorstel dat nu aan de Eerste Kamer wordt voorgelegd wijkt op een belangrijk punt af van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Het betreft een aanscherping. Duidelijk is nu dat de Wet van bijzonder dwingend recht is waar het gaat om in Nederland gevestigde franchisenemers. Dit betekent dat als een franchisenemer in Nederland is gevestigd, niet van de Wet kan worden afgeweken ten nadele van die franchisenemer. In het initiële Wetsvoorstel was dit niet duidelijk verwoord; op grond van die tekst zou het mogelijk geweest zijn om middels een rechtskeuze voor buitenlands recht de dwingende bepalingen van de Wet te omzeilen (een dergelijke keuze zou bijvoorbeeld gemaakt kunnen worden indien er een aanknopingspunt bestaat met een ander land, bijvoorbeeld als de (master)franchisegever in het buitenland is gevestigd).

In dit kader hebben wij de minister en staatssecretaris er tijdens de internetconsultatie op gewezen dat de tekst rechtsongelijkheid tussen franchisenemers tot gevolg zou hebben, omdat franchisegevers welbewust zouden kunnen opteren voor exploitatie van de franchiseformule vanuit een land waar minder rechtsbescherming voor franchisenemers aanwezig is. Wij juichen de verduidelijking op dit punt daarom ook van harte toe.