4 min read

Corona Q&A – pensioenpremie en betalingstermijnen Voor Pensioenfondsen

31 March 2020

1. In hoeverre kunnen Pensioenfondsen aan werkgevers betalingsruimte gunnen ten aanzien van de betaling van de premies?


Coulance in betalingstermijnen (en de gevolgen van niet nakoming daarvan)

Artikel 26 Pensioenwet biedt de mogelijkheid om bij maandelijkse betaling 2 maanden na afloop van de maand waarop de premie betrekking heeft, de premie af te dragen. Bij kwartaalbetaling geldt dat de Pensioenwet in elk geval ruimte laat deze premie uiterlijk binnen een maand na afloop van het kwartaal waarop de premie betrekking heeft, te betalen.

Dit laat onverlet dat werkgever en pensioenuitvoerder kunnen overeenkomen dat de premiebetaling (tijdelijk) wordt verminderd of beëindigd (denk aan uitstel van betaling) wanneer de pensioenaanspraken en -rechten hierdoor niet worden aangetast. Voor individuele betalingsafspraken is in de regel ruimte.

In de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement zal zijn beschreven wat de gevolgen zijn van premieachterstand en het (tijdelijk) stopzetten van premiebetaling. Pensioenfondsen zouden kunnen overwegen rente en / of incassokosten (tijdelijk) te laten vervallen om werkgevers zodoende wat lucht te geven.

Wel zal een Pensioenfonds zich moeten realiseren dat wanneer het toestaat dat premieachterstanden oplopen, terwijl de pensioenopbouw ongewijzigd voortduurt, dit voor zijn rekening en risico plaatsheeft. Gezien de huidige omstandigheden is het niet ondenkbaar dat sommige werkgevers op een zeker moment helemaal niet meer kunnen betalen. In dat geval kunnen zij de opgelopen premieachterstanden niet meer inlossen.

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) is onder bepaalde omstandigheden verplicht de premiebetalingsverplichting aan een pensioenfonds in het jaar voorafgaand aan het moment dat de dienstbetrekking met de betreffende werknemer (door faillissement) eindigde, over te nemen (artikel 61 en artikel 64 Werkeloosheidswet). Dit heeft tot gevolg dat een deel van het faillissementsrisico wordt ondervangen door financiering via het UWV.

Hierbij geldt dat premie die rechtstreeks door de werkgever aan de pensioenuitvoerder wordt afgedragen, voor overneming in aanmerking komt. Indien geen sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds, dient een getekende schriftelijke uitvoeringsovereenkomst aan de premiebetalingen ten grondslag te liggen.

Premiekorting

In sommige uitvoeringsovereenkomsten en uitvoeringsreglementen is de mogelijkheid tot premiekorting vastgelegd (artikel 25 Pensioenwet) op grond waarvan het Pensioenfonds verplicht is tot het verlenen van een premiekorting dan wel het Pensioenfonds gerechtigd is tot het verlenen van een premiekorting.

Het verlenen van premiekorting is mogelijk, mits aan de (strenge) voorwaarden hiervoor is voldaan (artikel 129 Pensioenwet). Het mag alleen als het betreffende fonds:

i)      op basis van de beleidsdekkingsgraad minimaal over het vereist eigen vermogen beschikken; én

ii)     de oorspronkelijke ambities, inclusief de voorwaardelijke toeslagverlening, over de afgelopen 10 jaar hebben waargemaakt.

Er kan sprake zijn van een volledige of gedeeltelijke korting. Bij volledige korting is geen premie verschuldigd. In de praktijk zal vrijwel geen enkel fonds aan deze voorwaarden voldoen. Daarmee is de praktische toepassing van deze mogelijkheid zeer beperkt.

2. In hoeverre zijn Pensioenfondsen verplicht aan werkgevers betalingsruimte te gunnen ten aanzien van de betaling van de premies?

In beginsel is een Pensioenfonds niet verplicht een uitzondering te maken op de overeengekomen betalingstermijnen en de gevolgen bij niet nakoming hiervan.

De Stichting van de Arbeid en de koepels van pensioenuitvoerders, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars hebben op 21 maart 2020 bekend gemaakt dat ondernemers die door de coronacrisis in acute problemen komen of zijn gekomen zoveel mogelijk tegemoet worden gekomen als deze problemen ervaren bij het betalen van de pensioenpremies.

Hoewel dit een begrijpelijk en redelijk doel dient, volgt hieruit geen verplichting voor ieder Pensioenfonds daadwerkelijk coulance te betrachten bij premiebetalingen.

Een werkgever zou zich echter mogelijk succesvol kunnen beroepen op een betalingsvoorbehoud, de pensioenovereenkomst / het pensioenreglement kunnen wijzigen (mogelijk via een beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding of een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid) of een beroep kunnen doen op de eventuele mogelijkheid tot premiekorting.

Meer weten over pensioen en Corona (COVID-19)? Raadpleeg onze pensioen Corona-hub: verzamelde juridische informatie over pensioen en corona voor pensioenuitvoerders, werkgevers en werknemers