Covid-19 compensatie en de financiële verantwoording 2020 in de zorg
Door de uitbraak van Covid-19 verloopt zorgverlening al een ruime tijd anders. Zorgaanbieder hebben over 2020 een grote inspanning geleverd om zorgprocessen zo goed mogelijk door te laten lopen. Dit heeft voor veel zorgaanbieders geleid tot extra kosten en misgelopen inkomsten. Ter ondersteuning zijn er diverse financiële regelingen getroffen door het Rijk, gemeenten en zorgverzekeraars waar zorgaanbieders een beroep op hebben gedaan. Nu 2020 ten einde is, is het tijd om de balans op te maken, maar hoe moet de financiële verantwoording over 2020 eruit zien? Wat is er tot nu toe bekend?
De jaarrekening in de zorgsector geeft normaliter, onder meer, een verantwoording van de geleverde en de gelegitimeerde productie. De verschillende regelingen voor Covid-19 compensatie voor de zorgsectoren zijn in de kern steeds te splitsen in twee soorten betalingen (i) vergoedingen voor omzetderving en (ii) vergoedingen voor meerkosten. Deze betalingen zijn niet te herleiden tot een prestatie en vallen buiten het raamwerk van oorspronkelijke pré Covid-19 afspraken, maar zullen toch een plaats moeten krijgen in de jaarrekening. Dit betekent dat zorgaanbieders in hun jaarverantwoording de door Covid-19 geleden schade en de Covid-19 compensatie in beeld moet brengen alsook de daarbij gebruikte uitgangspunten.
Driesporen-aanpak Sociaal Domein mogelijk ook relevant voor andere zorgsectoren
Zowel zorgaanbieders in de Cure, de Care als het Sociaal Domein zullen dus te maken krijgen met een afwijkende financiële verantwoording over 2020. Voor het Sociaal Domein is door het Ketenbureau i-Sociaal Domein samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, diverse zorgbranches en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants een zogenaamde driesporen-aanpak ontwikkeld. Afgelopen maand zijn hiervoor weer enkele verantwoordingsformats gepubliceerd.
De driesporen-aanpak houdt – in het kort – het volgende in. In het eerste spoor wordt op de gebruikelijke wijze de geleverde zorg verantwoord. Het tweede spoor betreft de overeenstemming met de zorgfinancier over de door Covid-19 gemiste productie – d.w.z. de niet geleverde productie van spoor 1 – en gemaakte meerkosten. Het derde spoor betreft een toetsing van de plausibiliteit van de hoogte van de Covid-19 compensatie zoals in spoor 2 is overeengekomen. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met eventuele samenloop van Covid-19 compensatie verkregen uit de andere zorgdomeinen. De uitkomst van spoor 2 en 3 wordt in een bijlage bij de jaarverantwoording 2020 opgenomen. In die bijlage bij de jaarrekening 2020 maakt de zorgaanbieder aan de hand van specifieke analyses en kengetalen aannemelijk dat hij niet overgecompenseerd wordt.
De accountant voert ten aanzien van spoor 1 de gebruikelijk controle uit aan de hand van bestaande controlestandaarden en normen. Daarnaast toetst de account de verenigbaarheid van de uitkomst en onderbouwing van spoor 2 en 3 zoals opgenomen in de Covid-19 bijlage met de opgestelde jaarrekening 2020.
Uit deze driesporen-aanpak zijn een aantal algemenere aandachtspunten voor de financiële verantwoording 2020 te destilleren:
- Zorg ervoor dat de Covid-19 schade én compensatie in beeld wordt gebracht en leg deze identificeerbaar en onderbouwd in uitgangspunten vast.
- Maak een duidelijk onderscheid in de daadwerkelijk geleverde en gelegitimeerde productie en de ontvangen Covid-19 compensatie.
- Ga in gesprek met zorgfinanciers voorafgaand aan het definitief maken van de jaarverantwoording.
- Heb voldoende oog voor de gevolgen van Covid-19 (compensaties) op de interne controles en zorg waar nodig voor vervangende controlemaatregelen.
- Stem met accountant de verdere afwikkeling af, in het bijzonder de wijze van verwerking en toelichting van eventuele risico’s rondom terugbetaling in de jaarrekening.
Het is de verwachting dat de komende tijd meer duidelijk gaat worden. Wij houden u op de hoogte!