De impact van duurzaamheidserkenning There ain't no such thing as a free lunch
B Corp-certificaat
Duurzaamheidserkenning biedt bedrijven kansen op vele gebieden en wint aan populariteit. Het dragen van een duurzaamheidscertificaat brengt echter wel de verplichting met zich mee dat de onderneming zich ook daadwerkelijk als een verantwoorde onderneming gedraagt.
Duurzaamheidserkenning
Het B Corp-certificaat is een internationaal duurzaamheidscertificaat. Ondernemingen kunnen hiermee laten zien dat ze goed zijn voor milieu, werknemers, klanten en gemeenschap. Het B Corp-certificaat is in trek omdat consumenten waarde hechten aan duurzaamheid en investeerders steeds meer worden gedreven door ESG-ratings (Environment Social & Governance). Om het B Corp-certificaat te bemachtigen, wordt de gehele bedrijfsvoering onder de loep genomen, een proces dat doorgaans een jaar duurt. Een bedrijf met een B Corp-certificaat onderscheidt zich op zowel sociaal- als milieugebied en rapporteert daar transparant over. Maatschappelijke en duurzame waarden worden in de statuten van de onderneming verankerd en het bedrijf gebruikt ze voor ‘business as a force for good’. Zo dient het statutaire doel van een BV, NV of Coöperatie te bepalen dat ‘het een van de doelen van de Vennootschap is om door middel van haar bedrijfsvoering en activiteiten, een significant positieve invloed te hebben op de maatschappij en het milieu in zijn algemeenheid’. Tevens dienen de statuten te bepalen dat bestuurders bij hun besluitvorming rekening houden met de sociale, economische, juridische of andere gevolgen van de bedrijfsuitvoering van de Vennootschap ten aanzien van:
- de werknemers, de dochtermaatschappijen en leveranciers;
- de belangen van de klanten van de vennootschap en haar dochtermaatschappijen;
- de gemeenschappen en de samenleving waarin de vennootschap, haar dochtermaatschappijen en leveranciers hun bedrijf uitvoeren;
- het lokale en globale milieu; en
- de korte en lange termijn belangen van de onderneming.
Angelsaksisch
Deze stakeholder-benadering is in Nederland niet vreemd maar geldt als een significante afwijking van het Angelsaksische model waar het voornamelijk gaat om het creëren van waarde voor de aandeelhouders (al is deze benadering recentelijk meer verschoven richting het stakeholdermodel). Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 5.000 B Corps in 80 landen, waarvan er meer dan 800 in Europa en meer dan 170 in de Benelux. Bekende Nederlandse merken die het B Corp-certificaat hebben zijn bijvoorbeeld Tony’s Chocolony, Ace & Tate, Auping, WeTransfer en Triodos Bank.
Scepsis
De duurzaamheidscertificering is niet geheel onomstreden, zo berichtte Het Financieele Dagblad eerder Zweem van ‘greenwashing’ overschaduwt gewild ecocertificaat over het zogenaamde ‘B Corp-certificaat’. Aanleiding van dit artikel was de B-corp erkenning door Nespresso. Dit bedrijf had het B Corp-certificaat bemachtigd terwijl het eerder in verband werd gebracht met kinderarbeid in Guatemala en slechte arbeidsomstandigheden op koffieplantages in Brazilië en in fabrieken in Zwitserland. De toekenning van het certificaat aan Nespresso vormde de aanleiding voor ruim dertig andere B Corp-gecertificeerde ondernemingen om een open brief te sturen aan B Lab, de non-profitorganisatie achter het B Corp-certificaat. Daarin eisen de ondertekenaars van de brief strengere toelatingsregels om te voorkomen dat het B Corp-certificaat de geloofwaardigheid verliest en stellen dat ‘het bedrijfsmodel van Nespresso in strijd is met de toekomst die B Corps willen bouwen‘.
Impact op governance
Wat van deze discussie ook zij, duidelijk is dat duurzaamheid momenteel één van de belangrijkste onderwerpen binnen de bestuurskamer is. De raad van commissarissen dient actief betrokken dient te worden bij de afweging om al dan niet te opteren voor een duurzaamheidscertificaat zoals het B Corp-certificaat. Het verkrijgen van een dergelijke certificering brengt immers ook verplichtingen voor de onderneming met zich mee. Het statutaire doel dient mede te omvatten dat het doel van de vennootschap onder meer is het leveren van een significant positieve invloed op de maatschappij en het milieu. Met inachtneming van dit doel, zal het bestuur onder toezicht van de raad van commissarissen de strategie moeten vaststellen om tot verwezenlijking van het statutaire doel te komen. Dit kan betekenen dat bepaalde (deel)belangen op gespannen voet met elkaar kunnen komen te staan. Zo kan een aandeelhouder er de voorkeur aan geven om een zo hoog mogelijk dividend te ontvangen terwijl maatschappij en milieu baat hebben bij bijvoorbeeld goede arbeidsvoorwaarden en forse investeringen in verduurzaming. Ter illustratie van dit spanningsveld het ontslag van Emmanuel Faber als CEO van Danone. Faber werkte ruim 25 jaar bij Danone waarvan de laatste zeven jaar als CEO. Onder leiding van Faber werd winst voor het klimaat en gezondheid voor consumenten vastgelegd in de statuten. Daarnaast investeerde de onderneming in de gezondheid van landbouwgrond. Danone heeft mede hierdoor de juridische status enterprise à mission (een commercieel bedrijf dat het algemeen belang vooropstelt) en het B Corp-certificaat verkregen. Activistische aandeelhouders waren echter van mening dat Danone financieel ondermaats presteerde en eisten meer rendement (lees: aandeelhouderswaarde). Mede onder druk van deze activistische aandeelhouders is Faber uiteindelijk de wacht aangezegd. Is hij aan de kant gezet omdat de financiële belangen van de aandeelhouders toch zwaarder wegen dan de maatschappelijke belangen die onderneming heeft binnen de samenleving? Een antwoord op deze vraag zullen we waarschijnlijk nooit krijgen maar het voorbeeld toont aan dat ondernemingen die (mede) het algemeen belang dienen terwijl ze op de vrije markt actief zijn, in complexe situaties kunnen belanden omdat de verschillende (deel)belangen niet altijd parallel lopen. Goede governance is een must om dergelijke dilemma’s het hoofd te bieden.
Aansprakelijkheid?
Indien een onderneming een duurzaamheidscertificaat heeft gekregen, betekent dit niet dat hiermee de bemoeienis van de commissaris ophoudt en pas weer in beeld komt rond het tijdstip van hertoetsing (elke 3 jaar) en dan nagaat of de onderneming nog wel voldoet aan de aan het B Corp-certificaat gestelde voorwaarden. Zelfs de stelling is gerechtvaardigd dat het toekennen van het certificaat pas het begin is. Het hebben van een duurzaamheidscertificaat en het naar de consument uitdragen dat de onderneming handelt als verantwoorde onderneming, is voor het bestuur en de raad van commissarissen niet geheel zonder risico’s. Het doel en de gedachte van de B Corp-certificering is immers dat ondernemingen de keuze maken voor verantwoorde bedrijfsvoering, goed voor mens en klimaat. Steeds weer zal kritisch beoordeeld moeten worden of de onderneming in dit kader het maximale doet om dit doel te bereiken en waar nodig zullen bedrijfsprocessen aangepast moeten worden om te kunnen blijven voldoen aan de belofte van verantwoorde bedrijfsvoering. Als een bedrijf zich presenteert en profileert als verantwoorde onderneming maar feitelijk niet als zodanig handelt, kan dit extra verwijtbaar zijn. Zo oordeelde de Rechtbank Amsterdam reeds in 2021 in de ‘dieselgate affaire’ tegen Volkswagen in rechtsoverweging 8.21 als volgt:
‘Daar komt bij dat de ACM in het onder 3.17 aangehaalde boetebesluit heeft geoordeeld dat Volkswagen AG zich tegelijkertijd profileerde als een milieubewuste organisatie die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan en hiermee adverteerde richting consumenten. Dat maakt het in tegenspraak met dat imago handelen des te kwalijker. Geen enkele autofabrikant mag een verboden Manipulatie-instrument gebruiken, maar een autofabrikant die zich profileert als milieubewuste organisatie die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan al helemaal niet.’
Ondernemingen die een duurzaamheidscertificaat dragen of zich anderszins als ‘duurzame onderneming’ profileren zullen zich nog nadrukkelijker en frequenter moeten toespitsen op het nakomen van duurzaamheidsbeloften en het ontplooien van nieuwe initiatieven in dit verband. Het feit dat een onderneming een duurzaamheidscertificaat draagt brengt met zich ook dat de onderneming zich daadwerkelijk in dient te zetten voor de maatschappij en milieu, het certificaat is bewust niet bedoeld als marketingtool.