Vrijdag 4 september jl. is een nieuwe Aanwijzing hoge transacties voor het Openbaar Ministerie (OM) gepubliceerd en in werking getreden. Hiermee is de Aanwijzing hoge transacties en bijzondere transacties uit 2008 komen te vervallen. In deze samenvatting wordt kort ingegaan op een aantal belangrijke aspecten van de nieuwe Aanwijzing.
Allereerst heeft de nieuwe Aanwijzing betrekking op strafrechtelijke transacties vanaf EUR 200.000 én strafrechtelijke transacties met een totale transactiewaarde van EUR 1 miljoen of meer. Daarnaast wordt expliciet aangegeven dat hoge transacties in de regel alleen kunnen worden voorgesteld in relatie tot rechtspersonen. Voor de hoge transactie blijven dezelfde uitgangspunten gelden als voor iedere andere transactie met het Openbaar Ministerie.
In aanvulling hierop worden in de nieuwe Aanwijzing aanvullende voorwaarden en aspecten genoemd die van belang zijn voor het aanbieden van een hoge transactie. De keuze voor een hoge transactie vergt “maatwerk“. Naast de voorwaarde dat de verdachte rechtspersoon de feitelijke gedragingen die tot de transactie hebben geleid erkent, spelen de volgende aspecten een rol:
- Maatregelen die zijn of worden getroffen door de rechtspersoon ten aanzien van de compliance ter voorkoming van verdere overtredingen;
- De rol die de rechtspersoon gespeeld heeft bij het aan het licht brengen van de strafbare feiten (“self disclosure“);
- De bereidheid tot het betalen van een eventuele schadevergoeding;
- Eventuele samenhang met onderzoeken uit andere landen en de mogelijke gezamenlijke afdoening.
Recidive is een contra-indicatie voor het aanbieden van een transactie.
Voor rechtspersonen geldt dat doorslaggevend is dat de rechter, naar alle waarschijnlijkheid, ook een geldboete zal opleggen, en dat met een transactie in de praktijk meer kan worden bereikt dan met een vervolging. Voor verdachte opdrachtgevers en feitelijk leidinggevers in de zin van het strafrecht blijft het uitgangspunt dat deze zo mogelijk worden vervolgd, ook ingeval er getransigeerd wordt met de rechtspersoon.
In afwachting van de wettelijke verankering van een rechterlijke toetsing van hoge transacties voorziet de nieuwe Aanwijzing in een regeling waarin een onafhankelijke commissie de voorgenomen hoge transactie toetst. Wanneer de behandelend officier van justitie overweegt om een strafzaak af te doen door middel van een hoge transactie, moet door het College van procureurs-generaal advies gevraagd worden aan een zogenaamde Toetsingscommissie die – met inachtneming van de nieuwe Aanwijzing – beoordeelt of het OM in redelijkheid kan besluiten om de zaak af te doen door middel van een hoge transactie. Hierbij wordt ook hoor- en wederhoor toegepast. Bij een negatief advies dient de hoofdofficier van justitie een nieuwe vervolgingsbeslissing te nemen. Een positief advies zal worden meegenomen in het uiteindelijke besluit om het transactievoorstel aan de verdachte rechtspersoon aan te bieden.
Tot slot blijft – in lijn met de huidige praktijk – gelden dat een hoge transactie gepaard gaat met een persbericht ten behoeve van het compenseren van de uitgebleven publiciteit van een openbare behandeling ter terechtzitting en een openbare uitspraak, Het openbaar maken van de transactieovereenkomst wordt als zodanig niet zondermeer als verplichting in de nieuwe Aanwijzing genoemd.
Via deze link is de Aanwijzing hoge transacties in zijn geheel te raadplegen.