5 min read

De nieuwe Wmcz: Wat zijn de gevolgen voor zorgaanbieders?

13 November 2019

De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) wordt binnenkort, in principe per 1 juli 2020, ingetrokken en vervangen door de Wmcz 2018. De nieuwe wet beoogt cliëntenraden een sterkere positie te geven. We bespreken vier wijzigingen die relevant zijn voor zorgaanbieders die een of meerdere cliëntenraden hebben.

  1. Cliëntenraad kan worden ontbonden
    De zorgaanbieder mag de cliëntenraad ontbinden als deze niet langer verplicht is, maar ook als de cliëntenraad structureel tekortschiet in de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van cliënten. Het voornemen om een cliëntenraad te ontbinden behoeft in beginsel wel eerst de instemming van de cliëntenraad zelf. Bij gebrek daaraan kan een commissie van vertrouwenslieden hiervoor toestemming geven aan de zorgaanbieder. Ook kan deze commissie de zorgaanbieder op verzoek van een representatieve delegatie van cliënten of vertegenwoordigers uitspreken dat de instelling de cliëntenraad dient te ontbinden. De commissie van vertrouwenslieden geeft deze toestemming of opdracht alleen als er redelijkerwijs geen andere oplossing is dan ontbinding.
  2. Beroep tegen uitspraak commissie van vertrouwenslieden mogelijk
    De zorgaanbieder moet, net als onder de Wmcz, een commissie van vertrouwenslieden aanwijzen of instellen die bemiddelt en uitspraak doet in conflicten tussen de cliëntenraad en de zorgaanbieder. Nieuw is echter dat tegen uitspraken van deze commissie beroep open staat bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. De beroepstermijn bedraagt drie maanden. Ook kan de Ondernemingskamer de zorgaanbieder op verzoek van de cliëntenraad bevelen de uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden na te leven (na afloop van de beroepstermijn van 3 maanden). Dit is een belangrijk verschil met de Wmcz: het is op dit moment niet mogelijk beroep tegen een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden in te stellen. De cliëntenraad kan na de uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden alleen via de kantonrechter handelen of nalaten van de zorgaanbieder proberen af te dwingen.
  3. Verzwaard adviesrecht wordt instemmingsrecht
    Het huidige verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad, o.a. ten aanzien van voedingsaangelegenheden, de klachtenregeling en bepaalde leidinggevenden, wordt vervangen door een instemmingsrecht. Het instemmingsrecht wijkt in zoverre af van het verzwaard adviesrecht dat een commissie van vertrouwenslieden op grond van de Wmcz 2018 de zorgaanbieder alleen toestemming geeft om een besluit te nemen waarmee de cliëntenraad niet instemt, als (1) de beslissing van de cliëntenraad om geen instemming te geven onredelijk is of (2) het voorgenomen besluit van de instelling gevergd wordt om zwaarwegende redenen. Ook is de lijst met onderwerpen ten aanzien waarvan de cliëntenraad instemmingsrecht krijgt niet gelijk aan die ten aanzien waarvan hij een verzwaard adviesrecht heeft. Zo heeft de zorgaanbieder voortaan instemming van de cliëntenraad nodig voor voorgenomen besluiten inzake de procedure voor het opstellen van zorgplannen en het algemeen beleid voor de toelating tot en beëindiging van de zorgverlening. 
  4. Nieuwe verplichtingen voor instellingen voor langdurig verblijf
    Instellingen waar mensen in de regel langer dan een half jaar verblijven, moeten cliënten op grond van de Wmcz 2018 in de gelegenheid stellen inspraak uit te oefenen in aangelegenheden die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven. Dit recht op inspraak van individuele cliënten staat los van hun bevoegdheid tot zitting of vertegenwoordiging in de cliëntenraad. De instelling moet deze cliënten informeren over wat zij heeft gedaan met de resultaten van die inspraak. Te denken valt aan (anonieme) vragenlijsten, (periodieke) tevredenheidsenquêtes, individuele raadpleging, spiegelgesprekken, huiskamergesprekken of andere bijeenkomsten voor cliënten en hun vertegenwoordigers. De Wmcz kent deze verplichting niet.

Daarnaast verandert voor zorgaanbieders die al cliëntenraden hebben onder meer het volgende:

  • In de medezeggenschapsregeling moeten voortaan ook regels worden gesteld over (a) de wijze waarop een cliëntenraad wordt betrokken bij de voorbereiding van bepaalde besluiten; (b) de verdeling van de bevoegdheden van de cliëntenraden (indien meerdere) en (c) de wijze waarop de benodigde informatie op begrijpelijke wijze aan de cliëntenraad wordt verstrekt.
  • Vacatures voor de cliëntenraad moeten openbaar worden gemaakt.
  • Er hoeft geen schriftelijk verslag meer te worden gemaakt ten aanzien van de toepassing van de Wmcz 2018. Dit moest wel ten aanzien van de toepassing van de Wmcz.
  • De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd houdt voortaan toezicht op de naleving van de Wmcz 2018 en kan in het uiterste geval een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang opleggen. Dergelijk toezicht bestaat niet op grond van de Wmcz.

Naar verwachting komt het landelijk steunpunt medezeggenschap LSR begin 2020 met de nieuwe modelregeling naar aanleiding van de Wmcz 2018. Zorgaanbieders moeten hun aangepaste medezeggenschapsregeling uiterlijk een half jaar na inwerkingtreding van de Wmcz 2018 hebben vastgesteld, en tot die vaststelling geldt nog de oude medezeggenschapsregeling. De verwachting is dat de wet op 1 juli 2020 in werking treedt, dus moeten de aangepaste medezeggenschapsregelingen uiterlijk 1 januari 2021 zijn vastgesteld.