Facebook uitspraak: wat kunnen andere organisaties daarvan leren?
De Facebook uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 15 maart 2023 is relevant voor vrijwel elke andere organisatie. Door deze uitspraak is de kans groot dat claimorganisaties makkelijker een collectieve privacy actie op basis van de WAMCA kunnen starten.
Dat komt mede doordat de rechter heeft geoordeeld dat de bewijslast van een privacy inbreuk niet bij de claimanten rust, maar bij de organisaties, die verantwoordelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens. Zij zullen moeten aan kunnen tonen dat zij wél voldoen aan de AVG, hetgeen natuurlijk veel lastiger is. Verder zullen organisaties bij het verwerken van persoonsgegevens de betrokkenen meteen ook alle essentiële informatie over de gegevensverwerking moeten verstrekken in de eerste informatie-laag, en niet pas bij het verder klikken naar bijvoorbeeld een privacyverklaring. Deze informatie moet bovendien op het meest actuele moment worden verstrekt, bijvoorbeeld als een klant een account aanmaakt. De meest essentiële informatie mag niet verstopt zitten in voorwaarden of een privacyverklaring. Ook heeft de rechter geoordeeld dat de grondslag uitvoering van de overeenkomst strikt moet worden uitgelegd. Wanneer iemand zijn gegevens bijvoorbeeld verstrekt voor het aanmaken van een account en deze gegevens vervolgens ook worden gebruikt voor het tonen van gerichte advertenties, dan vormt dit laatste geen wezenlijk onderdeel van de overeenkomst.
Voor meer informatie over de Facebook-uitspraak en wat organisaties daarvan kunnen leren, klik hier voor de bijdrage van Özer Zivali en Elisabeth Thole, Privacy Team.