5 min read

Financiële Verslaglegging en de impact van Covid-19

7 April 2020

Gebeurtenis na balansdatum

Voor de jaarrekening 2019 die sluit per 31 december 2019 zijn de financiële gevolgen van de uitbraak van Covid-19 een “gebeurtenis na balansdatum”. Voor ondernemingen met een boekjaar dat niet gelijk opgaat met een kalenderjaar geldt uiteraard dat de impact van Covid-19 hoe dan ook zal moeten worden meegenomen in de opstelling van de jaarrekening en het bestuursverslag. Het is aan de onderneming om dit te beoordelen en te verwerken.

Gebeurtenis na balansdatum die wel of geen nadere informatie geeft over de feitelijke situatie op balansdatum?

In de uiting van de Raad voor de Jaarverslaggeving is tot uitgangspunt genomen dat de gevolgen van de uitbraak van Covid-19 gebeurtenissen zijn na balansdatum die géén nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum (omdat dit per jaareinde nog niet aan de orde was of niet van invloed was op de activiteiten van de onderneming). Dit betekent dat de impact van Covid-19 niet in de jaarrekening over 2019 wordt verwerkt. Dit is alleen anders indien vanwege Covid-19 de continuïteitsveronderstelling in het geheel niet meer kan worden gehanteerd. De jaarrekening moet dan worden opgesteld met inachtneming van een liquidatiescenario van de onderneming.

Toelichtingen in jaarrekening 2019

Indien de gebeurtenissen na balansdatum (zoals de financiële gevolgen van Covid-19) van materieel belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, neemt de onderneming een toelichting op. In deze toelichting wordt onder andere ingegaan op de gevolgen van Covid-19 voor de financiële positie en de activiteiten van de onderneming. Het is van belang zo duidelijk als mogelijk toe te lichten waarop Covid-19 nu precies welke invloed heeft (bijvoorbeeld leveranciers), welke factoren nog meer relevant zijn en welke maatregelen zijn er getroffen. Als er nog geen duidelijkheid is, zullen ondernemingen de onzekerheid en de mogelijk te verwachten impact op de onderneming zo goed als mogelijk moeten omschrijven.  

Bestuursverslag

In het bestuursverslag dienen de belangrijkste risico’s en onzekerheden te worden vermeld en dient een blik op de toekomst te worden geworpen. De gevolgen van Covid-19 voor de onderneming horen daar ook bij. In aansluiting op de toelichtingen zoals opgenomen in de jaarrekening dient de onderneming melding te maken van de risico’s en onzekerheden die verband houden met Covid-19.

Controle van de jaarrekening door de accountant

Voor een situatie als deze geldt vanzelfsprekend geen one-size-fits-all; ook niet voor de controle van de jaarrekening door de accountant. Immers, de impact van Covid-19 is lastig in te schatten en bovendien zal de impact voor elke onderneming verschillen. De accountant zal bij de controle van de jaarrekening oog hebben voor financiële omstandigheden op balansdatum maar juist ook voor de gebeurtenissen na balansdatum.  

De accountantsverklaring

In algemene zin geldt dat indien sprake is van ernstige onzekerheden ten aanzien van de continuïteit en die onzekerheden adequaat en duidelijk in de jaarrekening worden toegelicht, er in beginsel geen reden is om geen goedkeurende verklaring af te geven. Kort en goed: de gebruiker van de jaarrekening wordt zekerheid verschaft over de omvang en inhoud van onzekerheden. Wel zal de accountant een onderdeel over de continuïteit opnemen in zijn controleverklaring.

Die onzekerheid kan gezien de huidige situatie bestaan uit alleen Covid-19 gerelateerde onzekerheden. Er zijn echter zeker situaties denkbaar waarbij al sprake was van onzekerheid over de continuïteit van de ondernemingen en die onderneming ook nog eens met de gevolgen van Covid-19 wordt geconfronteerd. In alle gevallen toetst de accountant de totale impact van die onzekerheden op de continuïteit. In de gevallen waarin al sprake was van onzekerheid, beschikt de onderneming vaak al over liquiditeitsprognoses (zonder de invloed van Covid-19) en zal de accountant nagaan of de toelichting voldoende helder is en of de continuïteitsveronderstelling zoals die was opgesteld mag worden gehanteerd met inachtneming van de Covid-19 situatie.

Indien de accountant onvoldoende zekerheid van de onderneming verkrijgt over de onzekerheden waarmee de onderneming zich geconfronteerd ziet kan de accountant: (i) een verklaring met een beperking geven, (ii) een verklaring van oordeelonthouding of (iii) een afkeurende verklaring afgeven. Met eerstgenoemde verklaring keurt de accountant de jaarrekening goed met uitzondering van een onderdeel. De tweede verklaring houdt in dat de accountant geen goed- of afkeuring kan geven aangezien sprake is van een onzekerheid met diepgaande invloed op de jaarrekening. Een jaarrekening wordt afgekeurd als de accountant meent dat de jaarrekening niet voldoet aan de gestelde eisen.

De NBA benadrukt in haar Alert 42 naar aanleiding van de Covid-19 situatie, dat inherente onzekerheid bij het management niet hoeft te leiden tot de conclusie dat de toelichting niet adequaat is, in welk geval er geen reden is de controleverklaring niet af te geven. Teneinde de onzekerheid bij het management (door tijdverloop) te verminderen zou de accountant er op aan kunnen dringen de controleverklaring uit te stellen en te wachten met het opmaken van de jaarrekening.

Hoe dan ook is het van wezenlijk belang in gesprek met de accountant te blijven, zodat de accountant zich een zo volledig mogelijk beeld van de onderneming in de huidige omstandigheden kan vormen om op een zo kort mogelijke termijn een controleverklaring af te kunnen geven.

Tot slot

Ondanks de uitzonderlijke situatie, en ondanks dat de verwachting is dat in veel accountantsverklaringen die zien  op de jaarrekening 2019 een continuïteitsparagraaf zal worden opgenomen, blijven de regels zoals die gelden voor het beoordelen van de continuïteit van de onderneming (wel) hetzelfde. De organisatie blijft verantwoordelijk voor een evaluatie van de impact van Covid-19 gebeurtenissen en de adequate toelichting in de jaarrekening. De accountant moet voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen om te beoordelen of de door het management gegeven toelichting op de Covid-19 gebeurtenissen in verband met de continuïteit toereikend is. Aan die uitgangspunten zal niet (snel) worden getornd.