Dankzij een groot doorzettingsvermogen wist de Turks-Nederlandse Cihan Erdogan door te stomen van het vmbo, mbo, hbo naar de universiteit. Met een master Ondernemingsrecht op zak begon hij in 2020 bij Van Doorne als advocaat. Voor veel jongeren met een migratieachtergrond vormt Cihan sindsdien een voorbeeld. Zijn boodschap: ’Geloof in jezelf, laat je niet uit het veld slaan bij tegenslagen.’
Door onwetendheid over het belang van een goede score bij de cito-eindtoets belandde Cihan na de lagere school op het vmbo-kader. Dat was voor hem een wake-upcall. ‘Ik had tot die tijd geen idee over carrièremogelijkheden, maar wist dat ik meer in mijn mars had. Vanaf toen was ik erop gebrand zo ver mogelijk te komen.’ Na het vmbo haalde Cihan zijn mbo-diploma voor juridisch medewerker. Daarna volgde hij de Engelstalige hbo-opleiding ‘European en International Law’. Het studeren ging hem zo goed af dat ook de universiteit lonkte. Dankzij de nodige vrijstellingen haalde Cihan zijn bachelor Rechtsgeleerdheid in twee jaar. Nog eens een jaar later rondde hij zijn master Ondernemingsrecht af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Weinig hiërarchisch
Na verschillende stages in de grote steden (bij o.a. Houthoff en Baker McKenzie) kreeg Cihan in juni 2020 een aanstelling bij Van Doorne. Een maand later werd hij beëdigd tot advocaat. In het team Ondernemingsrecht houdt hij zich onder meer bezig met (grensoverschrijdende) fusies & overnames, private equity en management participaties. ‘Een medestudent wees me op Van Doorne, het zou een fijn kantoor zijn om te werken. Dat kan ik inmiddels beamen. De sfeer is open en informeel. De organisatie is weinig hiërarchisch. Ik word prettig begeleid door de senioren en de partners. Ze zijn goed benaderbaar, ook voor stagiaires en junior-collega’s. Ik weet dat het op veel advocatenkantoren anders is. Daar is de drempel om bij een partner aan te kloppen vaak hoger.’
Bij Van Doorne is er volgens Cihan veel aandacht voor diversiteit en inclusie. ‘Dat vind ik belangrijk. Niemand verdient het om uitgesloten te worden vanwege zijn leeftijd, sekse, etniciteit of seksuele geaardheid. Het personeelsbestand van een bedrijf zou een afspiegeling van de samenleving moeten zijn. Het levert ook veel op: volgens diverse onderzoeken presteren organisaties beter als zij mensen in dienst hebben met verschillende culturele en etnische achtergronden. Diversiteit leidt tot innovatie, creatievere ideeën en meer inlevingsvermogen.’
Smeltkroes van culturen
Cihan werd 28 jaar geleden geboren in Rotterdam. Zijn voorouders kwamen in de jaren zestig als gastarbeiders vanuit Turkije naar Nederland. Aan de West-Kruiskade, een buurt waar nu 170 nationaliteiten wonen, groeide Cihan op. ‘De smeltkroes van culturen heeft mij gevormd. Mijn vriendjes hadden een Portugese, Kaapverdiaanse, Spaanse en Marokkaanse achtergrond. Ik vond het vanzelfsprekend dat zij en hun families andere gewoonten hadden dan bij ons thuis en dat vond ik ook mooi. Ik leerde rekening houden met de verschillende culturen. Daardoor heb ik een goed aanpassingsvermogen kunnen ontwikkelen.’
Zowel zijn Turkse achtergrond als zijn Rotterdamse jeugd is van invloed op zijn professionele leven. ‘Om een voorbeeld te geven: mijn functioneren is ingegeven door collectivisme. In de Turkse cultuur staat het belang van de gemeenschap voorop, terwijl in Nederland individualisme de boventoon voert. Dat zorgt ervoor dat ik vaak een verbindende rol speel. Ik zoek graag naar raakvlakken of gemeenschappelijke interesses.’
Rotterdamse mentaliteit
Cihan verduidelijkt een ander verschil tussen de Turkse en Nederlandse cultuur met het presenteren van een schaal met koekjes. ‘Vaak stellen Nederlanders zich bescheiden op. Zeker als het gaat om een laatste koekje, slaan ze het aanbod uit beleefdheid af. In de Turkse gemeenschap wordt het juist als beledigend ervaren. Dit Turkse culturele trekje maakt dat ik vaak het spits wil afbijten. Ik ben proactief, neem graag het initiatief. Dat wordt overigens versterkt door de Rotterdamse ‘niet lullen-maar poetsen’-mentaliteit.’ Lachend: ‘Ook daar heb ik wat van meegekregen.’ Elke collega heeft volgens Cihan een werkstijl die wordt ingekleurd door zijn achtergrond. ‘Doordat ik opgroeide tussen verschillende culturen, zijn andere gewoonten – dus ook op het zakelijk vlak – vanzelfsprekend voor mij. Ik probeer de vruchten te plukken van verschillende inzichten.’
Bewijsdrang
De weg naar het Zuidaskantoor was niet altijd makkelijk voor Cihan. ‘Door mijn achtergrond dacht ik altijd 1-0 achter te staan ten opzichte van mijn Nederlandse vrienden. Ik voelde dat ik vaak net iets harder moest werken om mezelf te bewijzen. Of het werkelijk zo was, weet ik niet. Maar ik legde de lat daarom wel hoog.’ Er viel een last van Cihans schouders toen hij zijn ambitie had verwezenlijkt. Al voegt hij er direct aan toe dat het leren niet klaar is. ‘Voor mij geldt: stilstaan is achteruitgaan. Ik blijf mezelf ontwikkelen maar de bewijsdrang is minder.’
Duwtje in goede richting
Sinds zijn aanstelling als advocaat fungeert Cihan voor veel jongeren met een niet-westerse achtergrond als rolmodel. ‘Ik vertel in mijn familie-, vrienden- en kennissenkring graag mijn verhaal. Ook krijg ik telefoontjes van ouders die vragen of ik hun zoon of dochter een duwtje in de goede richting kan geven. Dat doe ik graag. ‘Mijn boodschap aan deze jongeren is: stel jezelf een doel en hou daaraan vast. Incasseer tegenslagen en ga daarna weer verder. Blijf in jezelf geloven, ook als anderen dat niet doen. En, last but not least: wees trots op je identiteit en verloochen die niet.’