3 min read

Internetconsultatie Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding van 4 maart t/m 15 april 2024

25 March 2024

Na de aankondiging in de zomer van vorig jaar door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is op 4 maart 2024 het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding ter internetconsultatie aangeboden Consultatie modernisering concurrentiebeding.

Voorgesteld wordt dat een concurrentiebeding voor maximaal één jaar kan worden overeengekomen, dat altijd de zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen gemotiveerd moeten worden en dat de werkgever aan de werknemer een vergoeding moet betalen. Hierna volgt een puntsgewijze bespreking van het conceptvoorstel.

Artikel 7:653 wordt aldus gewijzigd
Een concurrentiebeding is nietig tenzij uit bij het beding opgenomen schriftelijke motivering het volgende blijkt:

(1)  de periode (in hele maanden) met een maximum van 12 maanden;

(2)  de geografische reikwijdte; en

(3)  vanwege welke zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen de werkgever de beperking noodzakelijk vindt. Dit derde vereiste geldt reeds voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, maar gaat dus ook gelden voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

Verder blijft gelden dat het concurrentiebeding alleen geldig is als het schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer.

Vervolgens geldt:

  • dat het beding alleen geldig is als en zolang de werkgever zich erop beroept;
  • de werkgever zich alleen op het beding kan beroepen als hij dit tijdig (uiterlijk een maand voor einde arbeidsovereenkomst) doet en schriftelijk aan de werknemer meedeelt dat en voor welke periode hij zich op het beding beroept;
  • een beroep door de werkgever op het concurrentiebeding niet mogelijk is als de overeenkomst eindigt/niet wordt voortgezet als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever (geldt ook onder het huidige recht);
  • de werkgever een vergoeding aan de werknemer verschuldigd is, d.w.z. een half maandloon voor elke maand dat de beperking duurt (of een hoger bedrag als dat is overeengekomen; wat loon is wordt bij AMvB bepaald).

Artikel 7:653 bevat verder:

  • bepalingen over op welk moment de vergoeding moet worden betaald, en wanneer de werkgever de vergoeding niet (langer) verschuldigd is (ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer of schending van het beding);
  • bepaling dat de rechter het beding geheel dan wel gedeeltelijk kan vernietigen als (1) de beperking niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen, of (2) als werknemer door het beding onbillijk wordt benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever (huidig lid 3 van artikel 7:653 BW).

Met dit wetsvoorstel wordt het volgende beoogd:

  • Een afname van het gebruik van het aantal (niet noodzakelijke) bedingen, waarbij de vrije arbeidskeuze, de arbeidsmobiliteit en een optimale arbeidsallocatie worden bevorderd.
  • Het in evenwicht brengen van de balans in belangen tussen werkgevers en werknemers.
  • Het bieden van meer rechtszekerheid, zodat op voorhand duidelijk is welke rechten en plichten voor werkgevers en werknemers gelden, waardoor een gang naar de rechter minder vaak nodig is.
  • Het in stand houden van de mogelijkheid voor werkgevers tot het beschermen van het bedrijfsdebiet.

Na sluiting van de internetconsultatie zal moeten worden afgewacht wanneer het wetsvoorstel, al dan niet in gewijzigde vorm, bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Wij houden u graag op de hoogte van de voortgang.

Terug
Internetconsultatie Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding van 4 maart t/m 15 april 2024