5 min read

Kabinetsrapportage over financiële werknemersparticipatie: obstakels en kansen voor bedrijven

2 October 2024

Op 23 september 2024 heeft de Staatssecretaris van Financiën naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamerleden Bontenbal en Marijnissen een Kamerbrief gepubliceerd over financiële werknemersparticipatie.[1] De motie verzocht het destijds demissionaire kabinet om samen met vakbonden en bedrijven te onderzoeken welke fiscale en andere belemmeringen winstdeling in de weg staan, en te onderzoeken hoe werknemersparticipatie kan worden gestimuleerd. In deze blog staan wij stil bij de inhoud van deze Kamerbrief en de mogelijke gevolgen voor de praktijk. De volledige tekst van de Kamerbrief kan hier worden geraadpleegd.

Werknemersparticipatie houdt in dat medewerkers financieel meeprofiteren van de bedrijfsresultaten, bijvoorbeeld door middel van het ontvangen van (certificaten van) aandelen, aandelenopties, stock appreciation rights (SARs) of phantom shares. Dit kan voordelen bieden zoals hogere werknemersmotivatie en meer binding met het bedrijf. Vooral voor startups en scale-ups kan werknemersparticipatie een aantrekkelijk alternatief zijn voor hogere salarissen, die deze bedrijven vaak niet kunnen bieden. Toch blijkt uit het onderzoek dat de toepassing van financiële participatie in Nederland relatief beperkt is. Het huidige kabinet staat positief tegenover werknemersparticipatie, maar benadrukt dat loononderhandelingen primair een zaak zijn tussen werkgevers en werknemers. Volgens de staatssecretaris zijn er geen  wettelijke of fiscale obstakels die deelname aan werknemersparticipatie onmogelijk maken.

Werknemersparticipaties worden in principe fiscaal behandeld als loon, en dus belast in box 1. Als de werknemersparticipaties in de vorm van aandelenopties worden verstrekt, worden deze de aandelen na uitoefening van de opties in beginsel in box 3 in de heffing betrokken (of indien het gaat om belangen van 5% of meer in box 2). Indien het belang als lucratief kan worden aangemerkt, blijft het belang in beginsel in box 1 (maar kan dit onder voorwaarden in box 2 worden gestructureerd). Ieder regime kent zijn eigen heffingsmechaniek en tarieven.

Een belangrijke conclusie uit het onderzoek waar de Kamerbrief over rapporteert is dat veel bedrijven niet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden rondom werknemersparticipatie. Uit cijfers blijkt dat 33% van de ondervraagde bedrijven een gebrek aan informatie ervaart als belangrijkste reden om geen gebruik te maken van de verschillende vormen van werknemersparticipaties. Het huidige kabinet ziet het als taak voor vakbonden en andere stakeholders om de bekendheid van werknemersparticipatie te vergroten. Hoewel er volgens de staatssecretaris geen grote fiscale belemmeringen zijn, bestaan er wel specifieke uitdagingen voor bedrijven die werknemersparticipaties aanbieden. Hierbij is een onderscheid te maken voor een participatie in een beursgenoteerde onderneming en niet-beursgenoteerde onderneming. Uit de Kamerbrief blijkt dat waardering vaak als grootste knelpunt wordt benoemd bij werknemersparticipatie bij niet-beursgenoteerde bedrijven. De staatssecretaris erkent dat vanuit de praktijk behoefte bestaat aan meer duidelijkheid op dit punt en daarom zal in overleg worden getreden met de Belastingdienst om te bezien in hoeverre een uitspraak kan worden gedaan over een preferente waarderingsmethode vanuit de Belastingdienst. Hierbij is de staatssecretaris ook voornemens om aandacht te besteden aan de lange doorlooptijd van verzoeken tot vooroverleg over de waardering.

Daarnaast wordt onderzocht of richtlijnen kunnen worden opgesteld voor het waarderen van aandelen met een vervreemdingsverbod (lock-up period), wat bij niet-beursgenoteerde bedrijven ook extra uitdagingen oplevert. Door duidelijke richtlijnen te ontwikkelen, hoopt het kabinet bedrijven meer houvast te bieden bij het toepassen van werknemersparticipatie. In de praktijk zien wij met enige regelmaat discussies met de Belastingdienst over de waardering van aandelen, waarbij kortingen als gevolg van een vervreemdingsverbod spelen. In dat kader juichen wij het voornemen van de staatssecretaris om te onderzoek of duidelijke richtlijnen kunnen worden gegeven uiteraard toe.

Het kabinet blijft bij het standpunt dat werknemersparticipatie een keuze is tussen werkgevers en werknemers, en ziet geen rol voor verdere stimulering door de overheid. Wel wil de overheid knelpunten zoals complexe waarderingsmethoden onderzoeken en mogelijk aanpakken om praktische obstakels te verminderen. Het is daarbij afwachten hoe de exacte vormgeving van box 3 eruit gaat zien, waarbij de werknemersvertegenwoordigers constateren dat een vermogensaanwasbelasting leidt tot heffing zonder contante opbrengst. De staatssecretaris verwijst voor dit punt naar het lopende wetgevingstraject hieromtrent. Een ander nadeel dat wordt gesignaleerd is de niet-aftrekbaarheid van werknemersparticipaties in de vennootschapsbelasting, in tegenstelling tot loon in geld. Gelet op het feit dat dit zo door wetgever is beoogd, geeft de staatssecretaris aan dat het kabinet niet voornemens is om dit te wijzigen. Overigens bestaan wel bepaalde vormen van werknemersparticipatie die wel in aftrek komen van de vennootschapsbelasting, zoals SARs.

Het rapport is vooral relevant voor werkgevers die overwegen om werknemersparticipatie in hun arbeidsvoorwaarden op te nemen. Werkgevers moeten zich bewust zijn van zowel de voordelen (betere binding en motivatie van medewerkers) als de risico’s (zoals de veranderde risicodeling bij verlies). Advocaten en belastingadviseurs kunnen een belangrijke rol spelen bij het begeleiden van bedrijven in dit proces, met name als het gaat om fiscale vraagstukken en de waardering van aandelen in niet-beursgenoteerde ondernemingen. Het kabinet blijft in overleg met sociale partners en andere stakeholders om het gebruik van werknemersparticipatie te vereenvoudigen en waar mogelijk belemmeringen weg te nemen.

Uiteraard houden onze experts op het snijvlak van ondernemingsrecht en fiscaliteit de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten.

Mocht u interesse hebben in de mogelijkheden van werknemersparticipaties binnen uw bedrijf, bijvoorbeeld door middel van (certificaten van) aandelen, aandelenopties, SARs of phantom shares, neem dan contact op met onze experts. Onze experts zijn graag beschikbaar om u meer te vertellen over de verschillende vormen van werknemersparticipaties en u te begeleiden bij de beste keuze voor uw onderneming.

[1]Brief van de Staatssecretaris van Financiën van 23 september 2024, 2024-0000446058.

Terug
Kabinetsrapportage over financiële werknemersparticipatie: obstakels en kansen voor bedrijven