Kennisgroep: geen vpb-zorgvrijstelling voor zorgcoöperatie met natuurlijke personen als leden
Op 3 april 2025 heeft de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen (hierna: de “Kennisgroep”) van de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd over de toepassing van de vpb-zorgvrijstelling op een zorgcoöperatie. Zij heeft daarin geoordeeld dat de vpb-zorgvrijstelling niet van toepassing is op een zorgcoöperatie waarvan de leden direct of indirect bestaan uit natuurlijk personen, aangezien daardoor niet aan de winstbestemmingseis kan worden voldaan. Wat ons betreft een begrijpelijk standpunt, zolang het hebben van zgn. kwalificerende leden een toelaatbaar criterium is onder de winstbestemmingseis, hetgeen vooralsnog door de rechtspraak lijkt te worden bevestigd.
Feiten
De casus die aan de Kennisgroep is voorgelegd betreft een zorgcoöperatie die als doel heeft het verlenen van huisartsenspoedzorg in een regio. De leden van de coöperatie zijn allen huisartsen (natuurlijk personen) die de betreffende spoedzorg verzorgen. De zorgcoöperatie wenst de vpb-zorgvrijstelling toe te passen.
Voorwaarden vpb-zorgvrijstelling
Voor toepassing van de vpb-zorgvrijstelling geldt een tweetal vereisten:
- Werkzaamhedeneis: de zorginstelling dient voor minimaal 90% kwalificerende zorgwerkzaamheden te verrichten. Onder kwalificerende zorgwerkzaamheden wordt verstaan ‘het genezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, wezen of ouderen die niet zelfstandig kunnen wonen’.
- Winstbestemmingseis: die zorginstelling mag haar winst uitsluitend aanwenden ten bate van een zorginstelling die ook een beroep doet op de vpb-zorgvrijstelling dan wel ten bate van een algemeen maatschappelijk belang. Deze voorwaarde wordt gesteld om te bewerkstelligen dat vpb-vrijgestelde zorggelden behouden blijven voor de zorg of in ieder geval voor het algemeen belang.
De winstbestemmingseis bij een zorgcoöperatie
In het besluit van de Staatssecretaris van Financiën d.d. 27 juli 2022, nr. 2022/8874 (hierna: het “vpb-zorgbesluit”) is voor besloten vennootschappen (hierna: “BV”) opgenomen aan welke aanvullende voorwaarden een BV dient te voldoen in het kader van de winstbestemmingseis. Eén van deze aanvullende voorwaarden is dat alle aandelen in handen moeten zijn van een zogenoemde kwalificerende aandeelhouder. Een kwalificerende aandeelhouder is:
- een lichaam van publiekrechtelijke aard;
- een op de voet van de Vpb-zorgvrijstelling vrijgestelde stichting;
- een ANBI;
- een stichting die voldoet aan de in het Besluit gestelde nadere voorwaarden; of
- een BV die voldoet aan de in onderdeel 6.2.4.2 van het Besluit gestelde voorwaarden en waarvan alle aandelen worden gehouden door de hiervoor genoemde kwalificerende aandeelhouders.
Een natuurlijk persoon kan volgens het vpb-zorgbesluit dus geen kwalificerende aandeelhouder zijn. Een coöperatie kent geen aandeelhouders maar leden, waarbij een winstuitkering aan de leden mogelijk is. Daarmee is de coöperatie qua relevante rechtsvormkenmerken vergelijkbaar met een BV, zodat ook een zorgcoöperatie de vpb-zorgvrijstelling alleen mag toepassen als de zorgcoöperatie uitsluitend kwalificerende leden heeft. Nu de leden van de zorgcoöperatie direct en indirect bestaan uit natuurlijk personen wordt niet aan deze voorwaarde voldaan, als gevolg waarvan de vpb-zorgvrijstelling kan worden toegepast. Een analogie die wat ons betreft terecht en begrijpelijk is.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Daniëlle Westerhoff, Siego Boslooper of Nick Suurmond



