Luxeproduct of niet, Action Sport mocht Nike-producten hoe dan ook niet via Amazon aanbieden
Nike ontbond de overeenkomst met een van haar distributeurs, het Italiaanse Action Sport, omdat deze zich niet hield aan de Selective Retailer Distribution Policy van Nike. Terecht, zo oordeelde de rechtbank Amsterdam in 2017. Action Sport ging in hoger beroep maar ook het Hof in Amsterdam vindt dat Nike binnen haar selectieve distributiestelsel geautoriseerde retailers mag verbieden om Nike-producten te verkopen via niet-geautoriseerde re- of e-tailers (zoals Amazon).
Het is de vraag of het selectieve distributiestelsel van Nike, en met name het verbod daarbinnen om via niet-geautoriseerde e-tailers te verkopen, is toegestaan onder het mededingingsrecht. Het Hof brengt hiervoor eerst het juridisch kader in herinnering: beperkingen in verticale overeenkomsten, waaronder selectieve distributieovereenkomsten, worden vrijgesteld van het kartelverbod door de Groepsvrijstelling Verticale Overeenkomsten zolang de marktaandelen van de betreffende leverancier en afnemer onder de 30% blijven en er geen sprake is van zogenaamde hardcore beperkingen.
Volgens Action Sport heeft Nike een dermate hoog marktaandeel dat haar selectieve distributiestelsel niet van de veilige haven van de Groepsvrijstelling kan genieten. Aangezien zij slechts vrij algemeen stelt dat “Nike een van de grootste producenten van sportschoenen en vrijetijdskleding ter wereld is, met op elke markt een aandeel van meer dan 30%” en verder ook geen onderbouwde marktafbakening maakt, kan het Hof hier weinig mee en gaat aan de stelling voorbij.
Binnen Nike’s selectieve stelsel geldt geen algemeen internet- of online-platformverbod. Het is retailers toegestaan om via hun eigen website of geautoriseerde e-tailers (zoals Zalando en Otto) te verkopen. Het stelsel verbiedt geautoriseerde retailers echter wel om via niet-geautoriseerde retailers (zoals Amazon) Nike-producten te verkopen. Volgens Action Sport betreft dit een nietige internetplatformrestrictie.
Het Hof ziet dit anders en haalt hierbij het Europese Coty arrest aan. Daarin kwam het Europese Hof tot de conclusie dat een bepaling die slechts een bepaalde vorm van internetverkoop verbiedt géén hardcore beperking in de zin van de Groepsvrijstelling is. Volgens het Amsterdamse Hof was voor die conclusie de aard van het product (luxe of niet) niet relevant. De motivering die aan het oordeel in Coty ten grondslag lag, is volgens het Amsterdamse Hof ook in deze zaak van toepassing, waar Action Sport in twijfel trekt of Nike al dan niet luxeproducten zijn. Volgens het Hof is het beding waar het in deze zaak over gaat (ook) geen hardcore beperking. Aangezien Action Sport zich gedurende lange tijd niet aan dat beding hield, door Nike-producten te verkopen via de niet-geautoriseerde e-tailer Amazon, mocht Nike de overeenkomst met Action Sport beëindigen.
Overigens wordt Nike – ondanks het feit dat zij in het gelijk is gesteld en gerechtigd was tot de beëindiging van de relatie met Action Sport – wel veroordeeld om een (hoger) bedrag aan schadevergoeding te betalen aan Action Sport. Dit is omdat zij de bestellingen die zij al had geaccepteerd vóór de beëindiging, en die steeds aparte overeenkomsten vormden, wél had moeten leveren. De schade die Action Sport daardoor heeft geleden – in de vorm van gederfde winst – moet Nike vergoeden.
Meer informatie
Wij volgen de ontwikkelingen op het gebied van verticale overeenkomsten en het mededingingsrecht op de voet. Wij zijn de nationale expert voor Lexology’s Getting The Deal Through gids over Vertical Agreements. Onze uitgebreide publicatie over hoe rekening te houden met de mededingingsregels in uw commerciële (distributie) contracten kunt u hier lezen. Indien u vragen heeft over bepaalde afspraken, neem dan vooral contact op.