Een maatschap van medisch specialisten, een zogenoemd Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB), is al enige tijd met de Belastingdienst in discussie over de vraag of de medisch managementdiensten die zij tezamen met de medische specialistische zorgverlening verricht btw-vrijgesteld zijn.
De maatschap vindt van wel, want zij ziet de prestaties als één btw-vrijgestelde (zorg)prestatie. De inspecteur betoogde bij zowel de rechtbank als het hof van niet: de medisch specialistische zorgverlening zou btw-vrijgesteld zijn en het medisch management een afzonderlijke, btw-belaste prestatie. De maatschap trok eerder al bij de rechtbank aan het langste eind en nu blijkt dat zij óók het hof (link uitspraak) aan haar zijde vindt. Het hof is immers met de rechtbank van oordeel dat de medisch managementdiensten onder de btw-medische vrijstelling vallen. De medisch managementdiensten volgen namelijk het fiscale lot van de hoofdprestatie, te weten btw-vrijgestelde medisch specialistische zorgverlening. We lichten dit hierna nader toe.
Eén of meerdere prestaties?
Standaard btw-praktijk is dat elke dienstverrichting normaal gesproken als onderscheiden en zelfstandig wordt beschouwd en op zijn eigen btw-merites dient te worden beoordeeld. Prestaties worden ook niet kunstmatig ‘uit elkaar getrokken’. In bepaalde omstandigheden moeten verschillende te onderscheiden prestaties echter als één enkele handeling worden beschouwd. Daarvan is met name sprake als zij zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij objectief gezien één enkele ondeelbare economische prestatie vormen, waarvan splitsing kunstmatig zou zijn.
Medisch managementdiensten vloeien voort en hangen nauw samen met medisch specialistische zorgverlening
Het hof is van mening dat juist van een dergelijke situatie hier sprake is: de medisch managementdiensten zijn niet zelfstandig, maar moeten als bijkomende prestaties bij de medisch specialistische zorgverlening worden beschouwd. Het hof wijst erop dat de medisch managementdiensten noodzakelijkerwijs voortvloeien uit en nauw samenhangen met de medisch specialistische zorgverlening. Wat ons betreft een logisch en terecht oordeel. Oók de medisch managementdienstverlening is hiermee btw-vrijgesteld. Dat de maatschap ervoor kiest om de vergoedingen uit te splitsen verandert daaraan overigens niets.
Terugblik eerdere ‘Q&A’ Belastingdienst
Enige jaren geleden publiceerde de Belastingdienst een ‘Q&A’ met vragen en antwoorden over de fiscale aspecten van de integrale bekostiging van de medisch specialistische zorg. Daarin komt het volgende antwoord van de Belastingdienst aan bod: “De Belastingdienst neemt het standpunt in dat vergoedingen die door het ziekenhuis aan het MSB / PH BV worden betaald in verband met medisch managementwerkzaamheden, niet vallen onder de btw-vrijstellingen voor medisch handelen (art 11-1-c, 11-1-f en 11-1-g Wet OB). De werkzaamheden vormen geen wezenlijk, inherent en onafscheidbaar deel van enig medisch procedé; het betreft geen onderdeel van de diagnose, behandeling en – voor zover mogelijk – genezing van patiënten.” Een eventueel beroep in cassatie daargelaten, lijkt het erop dat is vast komen te staan dat voormeld antwoord niet in lijn met wet- en regelgeving blijkt te zijn; de medisch managementdiensten kunnen immers wél meedelen in de btw-zorgvrijstelling, zo oordeelt nu ook het hof.
Slot en advies
Van Doorne is al geruime tijd betrokken bij de fiscale aspecten van de integrale bekostiging van de medisch specialistische zorg. Uiteraard zijn we graag behulpzaam bij het vaststellen van de invloed van voornoemde uitspraak in uw specifieke situatie. Waar mogelijk kan specifiek worden gedacht aan het instellen van bezwaar tegen ingediende btw-aangiften of het verzoeken om ambtshalve vermindering.