Als vrouwen op hogere posities terechtkomen, nemen ze vaak mannelijk gedrag over om zich zo staande te houden. Advocaat Léone Klapwijk wilde niet zo’n leidinggevende worden. Juist daarom werd ze partner bij Van Doorne. ‘Hier hoef ik me niet anders voor te doen dan ik ben.’
In 2020 kreeg Léone de kans partner Energy, Industry & Renewables te worden bij Van Doorne. Dat een derde van de partners bij Van Doorne vrouw is, was een belangrijke reden om ‘ja’ te zeggen. ‘Ik had elders dezelfde functie kunnen vervullen, maar dat was op een kleiner kantoor met overwegend mannelijke partners. Mijn ervaring is dat je in zo’n masculiene omgeving als vrouw niet altijd jezelf kunt zijn. In de advocatuur overleven vrouwen op een leidinggevende positie vaak door zich mannelijke eigenschappen aan te meten. Daar paste ik voor, ik wil mij niet anders voordoen dan ik ben. Ik wil niet op mijn borst kloppen bij alles wat ik doe en wil mij ook niet onnodig hard opstellen. Bij Van Doorne hoeft dat niet.’
Geen druk van bovenaf
Dat er bij dit Amsterdamse kantoor relatief veel vrouwen werken, merk je ook op de werkvloer’, weet Léone inmiddels. ‘Er is geen haantjescultuur, we gaan op een menselijke manier met elkaar om. Er zijn enkele kernwaardes die de basis vormen van hoe we met elkaar omgaan. Daardoor voelt iedereen zich prettig. Bovendien krijgt elke collega de ruimte zich te ontwikkelen zoals hij of zij dat wil. Er is geen druk van bovenaf, medewerkers worden niet gepusht door te groeien of zich op een bepaalde manier te gedragen.’ Léone bestempelt de bedrijfscultuur als weinig hiërarchisch: ‘De stafafdelingen opereren vrij autonoom, ze zijn geen uitvoeringsorgaan van wat de partners beslissen.’
Luchtigheid
Welke meerwaarde Léone toevoegt? ‘In het contact met cliënten probeer ik altijd een vertrouwensband te creëren. Met een grapje of een anekdote breng ik luchtigheid in een gesprek. Ik kan ook zakelijk en hard zijn, maar als je wilt samenwerken moet je elkaar eerst vertrouwen. Op welke punten zijn we het eens en hoeven we geen discussie te voeren?’ Volgens Léone past deze ‘vrouwelijke touch’ ook goed bij de moderne advocatuur. ‘Het vak is pragmatischer geworden. Voorheen wilden advocaten het onderste uit de kan halen voor cliënten, nu is samenwerking met een goede balans in belangen vaker het uitgangspunt. Je kunt als advocaat ook aardig zijn en een ander iets gunnen zonder dat dit iets afdoet aan ons ambacht. Ik zie dit type partner steeds dominanter worden op ons kantoor.’
Optimistisch persoon
Per toeval specialiseerde Léone zich in het Energierecht. Na haar studie Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam liep ze stage bij advocatenkantoor Loyens & Loeff. Ze begon op de sectie Bestuursrecht maar wisselde na 2,5 jaar naar Energierecht. ‘Ik werkte voor een aardige, bevlogen partner. Dankzij hem werd ik gegrepen door het Energierecht.’
Het is een rechtsgebied waarbij veel techniek komt kijken. ‘Om een overeenkomst te maken waarin precies staat wat partijen bedoelen, moet je de materie begrijpen. Zo moet je bij een zonnepark weten waar het overdrachtspunt met het net zit, hoe de installatie eruit ziet en hoe het zich tot elkaar verhoudt.’ Vaak zat ze aan tafel met mannelijke cliënten of zakenpartners. Er werd nooit gek opgekeken. ‘Misschien heb ik dat niet opgemerkt. Ik ben een optimistisch persoon en ga voortvarend te werk.’
Mannenwereld
Zeker op partnerniveau is de advocatuur nog vooral een mannenwereld, constateert Léone. ‘En dat terwijl er meer vrouwelijke juristen afstuderen en ook meer vrouwelijke junior-advocaten starten. Veel vrouwen haken halverwege af.’ Het zou volgens Léone helpen als er meer vrouwen op leidinggevende posities terecht komen. ‘Zij kunnen als rolmodel fungeren voor jongeren. Ze laten zien dat doorgroeien wel degelijk kan en dat zij daarbij zichzelf kunnen blijven.’
Léone pleit om nog een andere reden voor meer vrouwelijke partners in de advocatuur. Of liever: meer diversiteit. ’Onze dienstverlening is gewoon beter. Als organisatie zijn we succesvoller als we samenwerken in divers samengestelde teams. Met verschillende mensen op de werkvloer – qua sekse, leeftijd, etniciteit en sociaal milieu – zijn er meer perspectieven en meer persoonlijkheden. Daarmee leveren we uiteindelijk een beter product.’
Leukere moeder
Voor vrouwen is het moederschap vaak een reden om parttime te gaan werken of ambities bij te stellen. Als moeder van een driejarig dochtertje had Léone bij Van Doorne ook vier dagen kunnen gaan werken. Maar ze koos voor een fulltime functie. ‘Ik haal veel voldoening uit mijn werk, daardoor ben ik ook een leukere moeder. Daarbij heb ik het geluk dat mijn man twee dagen in de week voor onze dochter zorgt. Om toch voldoende tijd met haar door te brengen, haal ik mijn dochter van de crèche, eet samen met haar en breng haar naar bed. Tussen 17 en 20 uur ben ik niet bereikbaar.’ Léone bewijst dat ambities en het moederschap samengaan mits een kantoor dat faciliteert. ‘Bij Van Doorne is parttime werken in een leidinggevende functie – ook als partner – geaccepteerd. Ik krijg de ruimte om mijn verantwoordelijkheid naar eigen inzicht in te vullen.’