Op 15 januari 2020 is een nieuwe Beleidsregel vervreemding onroerende zaken bekendgemaakt. Deze is op 16 januari 2020 in werking getreden. Als gevolg van de nieuwe beleidsregel is in een aantal gevallen geen goedkeuring van het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) meer vereist voor de vervreemding van zorgvastgoed.
In sommige gevallen geen goedkeuring vereist
Goedkeuring van het CSZ is niet langer vereist voor de beoogde verkoop:
- van grond met een oppervlakte tot 100 m2;
- aan nutsbedrijven voor de aanleg of bouw van de infrastructuur van openbare nutsvoorzieningen (bijvoorbeeld gas, elektriciteit en riolering of het onderhoud daarvan); of
- aan overheden ten behoeve van de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte (bijvoorbeeld de aanleg van wegen, parken en voetpaden).
Ook is geen goedkeuring meer vereist voor de beoogde verhuur van:
- woningen met bijbehorend erf aan individuele personen;
- bedrijfsruimte met een bruto vloeroppervlakte tot 100 m2 en bijbehorend erf; of
- grond met een (bruto) oppervlakte tot 100 m2.
Beoogde vestiging van een beperkte zakelijk recht (zoals opstal, erfpacht of erfdienstbaarheid) heeft geen goedkeuring meer nodig:
- op grond of ruimtes met een (bruto) oppervlakte tot 100 m2;
- op grond of in gebouwen voor nutsbedrijven ten behoeve van de aanleg of bouw van voorzieningen voor de functionele werking van de infrastructuur (bijvoorbeeld gas, elektriciteit en riolering of het onderhoud daarvan);
- op grond voor overheden ten behoeve van de inrichting en onderhoud van de openbare ruimte; of
- als het gaat om het vestigen van erfdienstbaarheden ten behoeve van het verlenen van toegang, verband houdende met een verkochte of verhuurde onroerende zaak en/of gevestigd beperkt zakelijk recht.
Hierbij geldt:
- Als aan dezelfde partij (of aan die partij gerelateerde partijen) meerdere stukken grond of meerdere ruimtes met een oppervlakte kleiner dan 100 m2 worden verkocht, aan een beperkt recht worden onderworpen of verhuurd en deze samen groter zijn dan 100 m2, is wel goedkeuring vereist.
- Ook bovenstaande situaties moeten worden gemeld bij het CSZ, maar het CSZ zal op grond van deze beleidsregel besluiten dat geen goedkeuring vereist is.
- Het CSZ kan in bepaalde situaties gemotiveerd afwijken van de beleidsregel.
- De beleidsregel is ook van toepassing op door instellingen gemelde vervreemdingen ten aanzien waarvan het CSZ eerder heeft besloten dat goedkeuring vereist was.
Hoe zat het ook alweer?
Het bestuur van een WTZi-toegelaten instelling moet op grond van artikel 18 WTZi bij het CSZ melding doen van het voornemen gebouwen of terreinen (of delen daarvan) blijvend niet meer voor de instelling te gebruiken. Hieronder valt: (i) verkoop; (ii) verhuur; en (iii) het onderwerpen aan een beperkt recht. Het CSZ beslist vervolgens of goedkeuring vereist is. Is dat het geval, dan toetst het CSZ het proces en de prijs van de vervreemding: dit moet plaatsvinden door middel van een open en transparant proces en er moet een marktconforme opbrengst worden behaald. Op grond van deze beleidsregel zal het CSZ dus in minder gevallen bepalen dat goedkeuring nodig is.