NZa aan VWS: meer differentiatie nodig bij bekostiging verpleeghuiszorg
In mei vorig jaar vroeg de Minister van VWS aan de NZa te adviseren over de vraag hoe kan worden overgestapt naar maximumtarieven voor de verpleeghuiszorg die rekening houden met zowel de soort zorg die wordt geleverd (conform het kwaliteitskader) als de best presterende instellingen. De NZa geeft hier antwoord op in haar advies bekostiging verpleeghuizen.
Kort gezegd adviseert de NZa: (1) dat verpleeghuizen een tarief moeten ontvangen waarbij rekening wordt gehouden met zorgvraagzwaarte maar ook met andere omstandigheden, en (2) dat stapsgewijs moet worden toegewerkt naar een basistarief waarin de kwaliteitsbudgetten zijn verwerkt.
Houd rekening met regionale factoren
Nu stelt de NZa de tarieven voor verpleeghuiszorg vast door alleen de kosten per patiënttype te vergelijken (zorgzwaartepakketten) en op basis van dat gemiddelde één maximumtarief vast te stellen dat voor alle verpleeghuizen geldt. Volgens de NZa kan dit beter door meer factoren mee te laten wegen. Zij komt dan ook in het advies tot een “blauwdruk” van een nieuw bekostigingsmodel. Hiervoor geldt:
- Verpleeghuizen krijgen een basistarief dat hen in staat stelt aan de normen van het kwaliteitskader te voldoen. Iedere bewoner moet kunnen rekenen op dezelfde basiskwaliteit. Dit basistarief komt tot stand door een integrale vergelijking tussen zorgaanbieders, waarbij zo nodig ook rekening wordt gehouden met niet-beïnvloedbare omstandigheden zoals de prijs van vastgoed en personeel in de regio.
- Verpleeghuizen die te maken hebben met kostenverhogende omstandigheden (bijv. geografische verschillen) waardoor ze het kwaliteitskader niet kunnen halen, worden hiervoor gecompenseerd. De NZa heeft in dit kader al een eerste onderzoek gedaan, waaruit zij aanwijzingen heeft dat in sommige regio’s – bijvoorbeeld in grote steden en wijken met een lagere sociaal-economische status – de kosten de kosten van goede verpleeghuiszorg hoger zijn.
- Het tarief stelt verpleeghuizen in staat investeringsruimte aan te houden voor vernieuwingen, experimenten en onvoorziene knelpunten.
Ga stapsgewijs toe naar ingroei kwaliteitsbudgetten in tarieven
Daarnaast vroeg de Minister de NZa te adviseren over de vraag hoe de kwaliteitsmiddelen onderdeel kunnen worden van het integrale tarief. De NZa adviseert een “ingroeipad” waarbij, na een herijking van de tarieven in 2020, vanaf 2021 de kwaliteitsbudgetten in de vorm van een toeslag op de tarieven worden vergoed. Dit maakt het mogelijk maatwerk te leveren, met bijbehorende aparte verantwoording voor dit geld. De NZa stelt voor dit pas in te voeren als de beschikbare kwaliteitsmiddelen volledig benut zijn.
Voorsortering op nieuwe bekostigingsmodel
De NZa werkt het komende jaar met de sector aan het nieuwe bekostigingsmodel. Instellingen die menen dat zij te maken hebben met kostenverhogende omstandigheden doen er goed aan de vinger goed aan de pols te houden bij brancheverenigingen en de NZa, en waar nodig duidelijk aandacht te vragen voor die omstandigheden.