4 min read

Raad van State slaat Wibz spijker op de kop, investeringen in de zorg vereisen duidelijkheid

8 July 2024

Afgelopen week werd het kritische advies van de Raad van State gepubliceerd over het voorliggende Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz).

Het doel van de Wibz is de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg en jeugdhulp te bevorderen. Meer specifiek door niet-integere bedrijfsvoering te voorkomen. Een doel waar niemand op tegen kan zijn.

Aanvullende wetgeving impliceert echter dat dat het huidige wettelijk instrumentarium niet volstaat, althans dat op zijn minst nadere regelgeving nodig is. Bij de introductie van de Wibz in 2021 schreven wij al dat aanvullende regelgeving onnodig is, maar dat een gecoördineerde handhaving op basis van het huidige wettelijk en contractuele instrumentarium zou volstaan. Het huidige wettelijk instrumentarium en de contractuele relaties tussen zorgaanbieder en zorginkopers bieden namelijk allerlei mogelijkheden om excessen aan te pakken.

De Raad van State komt met nu een gelijkluidende conclusie.

Kortgezegd ontbreekt volgens de Raad van State een duidelijke probleemanalyse en is onvoldoende duidelijk waarom de huidige wettelijke eisen, aangevuld door zelfregulering via governancecodes, ontoereikend zijn om toezicht te kunnen houden en zo nodig handhavend op te treden tegen niet integere bedrijfsvoering door zorg- en jeugdhulpaanbieders. Zij wijst daarbij ook specifiek op het eerdere rapport van de Algemene Rekenkamer waaruit volgt dat de problematiek vooral voortvloeit uit een gebrek aan daadkracht.

Verder is het voorstel voor de Wibz erop gericht om rechtstreeks toezicht op de naleving en handhaving van de governancecodes in de zorg mogelijk te maken. De Wibz introduceert echter zelfstandige wettelijke normen voor integer gedrag waarbij bovendien bij algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld. Daarmee sluit de regeling volgens de Raad van State niet aan bij wat daarmee volgens de toelichting wordt beoogd. Met de voorgestelde regeling wordt immers niet bereikt dat de governancecodes in de zorg publiekrechtelijk kunnen worden gehandhaafd, maar worden wettelijke normen naast die governancecodes geplaatst. Dit is volgens de Raad van State problematisch omdat daarmee het risico bestaat dat de wettelijke normen (op termijn) gaan afwijken van de governancecodes in de zorg.

Tenslotte geeft het voorstel voor de Wibz een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur generieke en aanvullende voorwaarden aan het doen van een winstuitkering door zorg- en jeugdhulpaanbieders te stellen. De memorie van toelichting geeft weliswaar enkele voorbeelden van dergelijke voorwaarden, maar maakt niet duidelijk of die voorwaarden daadwerkelijk gesteld gaan worden. De Raad van State constateert – ons inziens geheel terecht – dat investeerders in de zorg er belang bij hebben om voorafgaand aan het doen van investeringen te kunnen beoordelen of investeringen rendement kunnen opleveren en een afweging te maken van de risico’s die zij daarbij lopen. Zonder een dergelijke beoordeling zullen zij niet risicodragend in zorgaanbieders investeren. Voorts is van belang dat vooraf en voor langere tijd duidelijkheid bestaat over eventuele voorwaarden voor winstuitkering en dat investeerders niet gedurende de looptijd van een investering met veranderingen inzake de mogelijkheden tot winstuitkering worden geconfronteerd. Met de voorgestelde regeling voor de Wibz wordt die duidelijkheid vooraf voor langere tijd niet gegeven.

De Raad van State adviseert de regering dan ook om met een dragende motivering te komen en de Wibz op punten aan te passen en anders af te zien van de Wibz. Hopelijk neemt de regering dit advies ter harte, vooral vanuit het vers geformuleerde “heilig doel” van minister Agema om de administratieve lasten voor de zorg te verminderen. Het introduceren van aanvullende wetgeving, zonder gemotiveerde probleemanalyse, en op belangrijke onderdelen zonder heldere samenhang met bestaande wet- en regelgeving, maakt het speelveld van wet- en regelgeving in de zorgsector nog complexer dan het al is, zonder duidelijke toegevoegde waarde. Er zijn betere stappen denkbaar richting dit heilig doel.

Waar de zorgsector wél bij gebaat zou zijn is wet- en regelgeving die de noodzakelijke samenwerkingsopgave eenvoudiger maakt en stimuleert.

Voor nadere vragen over de (on)mogelijkheden voor winstuitkering en investeringen in de zorg kunt u contact opnemen met Dimitri van Hoewijk en Nick Suurmond.

Terug
Raad van State slaat Wibz spijker op de kop, investeringen in de zorg vereisen duidelijkheid
Dimitri van Hoewijk