4 min read

Regeling openbare jaarverantwoording WMG: ontregel de zorg?

30 November 2021

Op 21 september 2021 is de Regeling openbare jaarverantwoording WMG ondertekend door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Regeling WMG zal samen met de Wet toetreding zorgaanbieders (WTZa) per 1 januari 2022 inwerkingtreden.

Deze wetten vervangen de huidige eisen aan de financiële administratie, bedrijfsvoering en jaarverantwoording op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). De nieuwe regeling is gebaseerd op de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG). Het uitgangspunt is daarbij ongewijzigd:  iedere zorgaanbieder dient transparant te zijn over de besteding van publieke middelen en moet daarover verantwoording afleggen in een openbare jaarverantwoording.

Vanuit dat oogpunt zijn de wijzigingen per 1 januari niet heel groot. Toch is de impact van de regeling groot. De doelgroep van zorgaanbieders die op grond van de nieuwe regeling een openbaar jaarverslag moeten opstellen wordt flink uitgebreid

Kritiek op de regeling

De conceptversie van de regeling heeft tijdens de consolidatiefase flink wat pennen in beweging gebracht. Met name door en namens eerstelijns zorgaanbieders is kritiek geuit. Op dit moment vallen ongeveer 3.000 instellingen onder de verantwoordingsplicht op grond van de WTZi. Onder de WMG zijn dat per 1 januari a.s. er 25.000, waaronder 18.935 kleine zorgaanbieders, 1.517 middelgrote zorgaanbieders en 296 grote zorgaanbieders. Met name kleinschalige eerstelijnszorgaanbieders zoals huisartsenpraktijken worden dus geconfronteerd met een administratieve en financiële lastenverzwaring. Ook onderaannemers in de zorg en MSB’s vallen vanaf 1 januari a.s. onder de regeling.

Tijdens de consultatieronde is ook door het Zorg & Life Sciences team van Van Doorne een reactie ingediend met het verzoek te heroverwegen of deze lastenverzwaring wel opportuun is. De vraag kan worden gesteld of de lasten opwegen tegen de mogelijke voordelen die volgens het ministerie VWS vooral liggen op het gebied van fraudebestrijding. Daarnaast hebben wij onze vraagtekens  gezet bij de vraag in hoeverre deze nieuwe regeling aansluit bij het in 2018 door het ministerie van VWS opgestelde programma (Ont)Regel de Zorg welke als doel heeft om dat zorgverleners minder regeldruk te laten ervaren.

De Tweede Kamer heeft (voormalig) minister Van Ark opgeroepen om opnieuw in gesprek te gaan met eerstelijnspartijen over deze nieuwe plicht. Vooralsnog is de op 21 september jl. vastgestelde regeling echter waar de zorg het mee moet doen. Wat staat daar precies in?

Verslagjaar 2021

De WTZa en de regeling treden per 1 januari 2022 in werking. Het verslagjaar 2021 wordt een overgangsjaar waarin slechts de huidige doelgroep, dus dezelfde als onder de WTZi, zich zal moeten verantwoorden.

Op basis van artikel 40b Wmg en artikel 5 Bub WMG zijn de volgende WTZi-instelling verplicht zich vóór 1 juni 2022 over het verslagjaar 2021 te verantwoorden:

1. Instellingen voor medisch-specialistische zorg;
2. Persoonlijke verzorging;
3. Verpleging;
4. Begeleiding en behandeling anders dan behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening;
5. Regionale Ambulancevoorzieningen.

Voor de verslaglegging van het jaar 2021 is geregeld dat de inhoud en inrichting van de financiële verantwoording en daarbij te voegen informatie nog overeenkomstig het bepaalde in de Regeling verslaggeving WTZi is.

Verslagjaar 2022

Bij besluit van 7 juli 2021 (Stb 2021, 344) is bepaald dat met ingang van 1 januari 2023 het artikel 5b Bub WMG, die het overgangsjaar mogelijk maakt, komt te vervallen. Dit betekent dat de nieuwe (bredere) doelgroep zich voor de eerste keer vóór 1 juni 2023 moet verantwoorden over het boekjaar 2022.

De financiële verantwoording bestaat dan uit drie onderdelen, te weten:

1.     een financiële verantwoording met een toelichting daarop, waaronder de toelichting omtrent de door de zorgaanbieder aangetrokken financiële derivaten;
2.     bij de financiële verantwoording te voegen informatie, waaronder een accountantsverklaring;
Alleen grote zorgaanbieders (daarmee wordt bedoeld met een omzet boven €12.000.000) hebben een accountantsverklaring nodig. Alle andere zorgaanbieders hebben geen accountantsverklaring nodig.
3.     andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder.

Slotopmerking

De nieuwe regeling leidt tot flink hogere administratieve lasten in de zorg, van de eerstelijn tot en met het ziekenhuis bij de MSB’s. Vraag is in hoeverre dit gaat leiden tot betere fraudebestrijding en of de omvang van dat probleem moet leiden tot deze lasten. Het is te hopen dat een nieuw kabinet snel het toegezegde gesprek oppakt en wellicht nog voor 2023 kan ingrijpen. Immers, beter ten halve gekeerd…