De Staatssecretaris van Financiën (“Staatssecretaris”) heeft het btw-besluit over het ter beschikking stellen van personeel geactualiseerd in het Besluit van 7 juni 2024, nr.2024-13855 (“Geactualiseerde Besluit”). In het Geactualiseerde Besluit is de goedkeuring ten aanzien van het ter beschikking stellen van personeel in het kader van de medische beroepsopleiding uitgebreid. Daarnaast neemt de Staatssecretaris de lijn van de Hoge Raad over ten aanzien van de vraag wanneer het ter beschikking stellen van personeel onontbeerlijk is voor onderwijs. Het Geactualiseerde Besluit is op 15 juni 2024 in werking getreden.
Ter beschikking stellen van personeel is met name in btw-vrijgestelde sectoren – zoals de zorg- en onderwijssector – een aandachtspunt. In btw-vrijgestelde sectoren is btw die op de ter beschikking stelling drukt een kostenpost voor de inlener, omdat de btw voor de inlener niet aftrekbaar is op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 (“Wet OB”).
In het Geactualiseerde Besluit is – in lijn met de praktijk – door de Staatssecretaris een aantal situaties opgenomen waarin niet aan btw-heffing wordt toegekomen. De Staatssecretaris beschrijft onder andere de volgende gevallen:
- Er is geen sprake van terbeschikkingstelling van personeel wanneer het personeelslid afzonderlijke arbeidsovereenkomsten sluit met meerdere partijen;
- Samenwerkende partijen kunnen één gezamenlijke arbeidsovereenkomst sluiten met een personeelslid en de brutoloonkosten verdelen via een zogenaamde pot- of poolovereenkomst. Onder voorwaarden blijft deze verdeling buiten de btw-heffing;
- Als door partijen op basis van een van tevoren vastgestelde verdeelsleutel gezamenlijke kosten worden verdeeld, waarbij het risico van die kosten allen volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat, is het leerstuk ‘kosten voor gemene rekening’ van toepassing. De inzet van gezamenlijk bekostigd personeel is dan geen belastbare prestatie voor de btw.
Ter beschikking stellen van personeel in de zorgsector
De Staatssecretaris keurde eerder al goed dat btw-heffing onder voorwaarden achterwege blijft wanneer personeel in het kader van een medische beroepsopleiding tijdelijk ter beschikking wordt gesteld aan een andere instelling in de gezondheidssector. Voor de terbeschikkingstelling van een arts die nog niet in opleiding is tot specialist (ANIOS) is de goedkeuring beperkt tot de duur van terbeschikkingstelling van één jaar. In het Geactualiseerde Besluit is aan deze goedkeuring toegevoegd dat nu ook de terbeschikkingstelling van personeel in het kader van de beroepsopleiding aan een Medisch Specialistisch Bedrijf (“MSB”) – niet zijnde een instelling in de zin van de Wet OB – onder voorwaarden niet aan btw-heffing is onderworpen.
Ter beschikking stellen van personeel in de onderwijssector
Eerder was al onder voorwaarden goedgekeurd dat de btw-vrijstelling voor het verzorgen van onderwijs ook geldt voor diensten die daar nauw mee samenhangen. Eén van de voorwaarden dat sprake is van een nauw samenhangend verband is dat de terbeschikkingstelling van het personeelslid onontbeerlijk is voor het verrichten van de vrijgestelde onderwijsprestaties. Aan deze voorwaarde is voldaan als zonder de terbeschikkingstelling van het personeel niet hetzelfde niveau en dezelfde kwaliteit van het onderwijs is verzekerd.
De Staatssecretaris heeft de lijn die de Hoge Raad hanteert ten aanzien van de terbeschikkingstelling van personeel in de onderwijssector nu ook overgenomen in het Geactualiseerde Besluit. Van onontbeerlijkheid is bijvoorbeeld sprake wanneer een directeur (met onderwijsbevoegdheid) van een basisschool ter beschikking wordt gesteld aan een andere basisschool. Ook is een ter beschikking gesteld personeelslid onontbeerlijk wanneer het personeelslid leerkrachten van de inlenende onderwijsinstelling vakinhoudelijk ondersteunt en adviseert. Daarnaast kan gedacht worden aan het ter beschikking stellen door een school van ambulante begeleiders die kinderen met een functiebeperking in de klas begeleiden.
Voor meer informatie over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Daniëlle Westerhoff of Annick de Boer.