Transparantie in de zorg: drietal maatregelen op komst
Begin april is een Kamerbrief gepubliceerd waarin de Minister voor Medische Zorg (‘’Minister’’) een drietal maatregelen voorstelt ter bevordering van de transparantie ten aanzien van financiële relaties tussen medisch specialisten met de medische industrieDe Minister introduceert (i) een wettelijke basis voor het Transparantieregister Zorg, (ii) aanvullende regels voor sponsoring en (iii) een verplichting tot voorafgaande bestuurlijke goedkeuring voor het aangaan van bepaalde financiële overeenkomsten. Alle drie de maatregelen zijn hieronder op hoofdlijnen uiteengezet.
Maatregel 1: Het instellen van een wettelijk transparantieregister
Het huidige Transparantieregister Zorg betreft een vorm van zelfregulering. De Minister geeft aan dat uit de laatste evaluatie van het register is gebleken dat het niet compleet is. Er ontbreken betalingen die wel gemeld hadden moeten worden. Om de registratie van financiële relaties beter af te kunnen dwingen en te handhaven, wil de Minister een wettelijke basis voor het transparantieregister instellen. Hierbij zal als uitgangspunt gelden dat alle zorgverleners en zorgaanbieders transparant moeten zijn over hun financiële relaties met de medische industrie, tenzij er een goede reden is om hiervoor een uitzondering te maken. Door dit als uitgangspunt te nemen zal de reikwijdte van het huidige Transparantieregister Zorg worden verbreed. De op dit moment geldende werkwijze waarbij het bedrijf registreert en de zorgprofessional controleert, zal gehandhaafd worden.
De Minister is voornemens om het huidige drempelbedrag van EUR 500 per jaar aan te houden om de administratieve lasten te beperken. Dit, terwijl met het Wetsvoorstel transparantieregister zorg dat in 2020 aanhangig is gemaakt, beoogd werd een drempelwaarde van EUR 50 per jaar in te stellen.
Maatregel 2: Een grotere rol voor besturen van zorgaanbieders
In de Kamerbrief benoemt de Minister de positieve ontwikkelingen die binnen de sector gaande zijn ter bevordering van interne transparantie van zorgaanbieders. Als voorbeeld wordt genoemd dat steeds meer ziekenhuisbesturen ervoor kiezen om de betreffende betalingen afkomstig van de medische industrie via de instelling zelf te laten verlopen in plaats van via individuele zorgverleners of het msb.
Toch acht de Minister het wenselijk om regelgeving ten grondslag te leggen aan de rol van zorgbestuurders op dit gebied. Als reden hiervoor wordt genoemd dat een wettelijke grondslag de IGJ de mogelijkheid geeft om tot handhaving over te gaan als hier aanleiding toe is. Daarnaast verwacht de Minister dat wetgeving ten goede zal komen aan de gelijk gerichtheid binnen het ziekenhuis (tussen ziekenhuisbestuur en medische staf) en het ziekenhuisbestuur op deze manier meer inzicht zal verkrijgen in de geldstromen die via een msb lopen.
De Minister heeft het voornemen om in regelgeving vast te leggen dat het bestuur van een zorgaanbieder in de nieuwe situatie goedkeuring dient te geven aan alle overeenkomsten waarin financiële relaties worden aangegaan met de medische industrie om beter zicht te krijgen op de financiële stromen binnen de zorgaanbieder. De individuele zorgverlener of het msb kunnen hierbij wel de ontvanger van de gelden zijn. Om een lastenverzwaring voor kleine organisaties te voorkomen, overweegt de Minister om voor deze verplichte goedkeuring een ondergrens met betrekking tot de organisatieomvang te handteren.
Maatregel 3: Een beter wettelijk kader voor sponsoring
Als voorbeelden van sponsoring worden onder meer genoemd: het financieren van bijeenkomsten, wetenschappelijk onderzoek, zorgprojecten en het beschikbaar stellen van een fellowship, leerstoel of beurs.
Omdat de IGJ bij gebrek aan een duidelijk wettelijk kader niet in staat is handhavend op te treden tegen (eventuele) onregelmatigheden in de financiële relaties rondom sponsoring, is de Minister voornemens om duidelijke regels hieromtrent in de wet vast te leggen. In de Kamerbrief worden twee opties genoemd die nader onderzocht zullen worden. Ten eerste het opnemen van sponsoring als één van de uitzonderingen op het verbod op gunstbetoon. De tweede optie betreft het vastleggen van bepaalde voorwaarden waaronder financiële relaties (gunstbetoon en sponsoring samen) zijn toegestaan.
Hoe verder?
De voorgestelde maatregelen zullen in de komende periode nader worden uitgewerkt. In de Kamerbrief wordt niet genoemd op welke termijn de maatregelen kunnen worden verwacht. Zorgaanbieders kunnen zich voorbereiden op de invoering van de maatregelen door bestaande financiële relaties inzichtelijk te maken en nadere afspraken te maken met betrekking tot het aangaan van overeenkomsten met de medische industrie.
Heeft u op dit moment vragen over de regels met betrekking tot financiële transparantie in de zorg of de regels inzake gunstbetoon? Neem dan contact op met Willemien Bischot of Daphne Oudshoorn.