Met de komst van de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders en de Regeling openbare jaarverantwoording WMG (‘’Regeling’’) is de groep zorgaanbieders die een jaarverslag moet deponeren bij het CIBG aanzienlijk uitgebreid. In dat kader is forse kritiek geuit op de administratieve en financiële lastenverzwaring die de Regeling met zich meebrengt (zie ook ons eerdere nieuwsbericht). De deadline voor deponering van de jaarverantwoording door zorgaanbieders bij het CIBG komt inmiddels snel dichterbij. In dit nieuwsbericht bespreken we de reactie van de minister voor Langdurige Zorg en Sport op de kritiek en zetten we kort de relevante data en gepubliceerde handreikingen van de NZa op een rij.
Reactie minister
De minister heeft in een recente brief aangegeven dat de Regeling sinds de consultatie en door intensief overleg met de Eerstelijnscoalitie sterk vereenvoudigd is. Zo is de accountantsverklaring geschrapt voor kleine zorgaanbieders, die voldoen aan twee van de volgende drie criteria: een netto-omzet van minder dan EUR 12 miljoen, activawaarde van minder dan EUR 6 miljoen en/of een gemiddeld aantal werknemers van minder dan 50. Ook is de voor de jaarverantwoording gebruikte vragenlijst sterk ingekort. Daarnaast geeft de minister aan dat de NZa met zorgverzekeraars de afspraak heeft gemaakt dat de informatie die in de openbare jaarverantwoording via het CIBG wordt uitgevraagd ‘in principe niet nogmaals door zorgverzekeraars zal worden opgevraagd’.
Eerder heeft de minister ook een verruiming aangekondigd van de termijn voor bestaande zorgaanbieders die vanaf dit jaar voor het eerst een jaarverantwoording openbaar moeten maken via het CIBG. Voor de verantwoording over boekjaren 2022 en 2023 krijgen zij langer de tijd. In plaats van tot 1 juni van het op het boekjaar volgende jaar, krijgen deze zorgaanbieders voor boekjaar 2022 de tijd tot 31 december 2023 en voor boekjaar 2023 tot 1 oktober 2024. Lees hierover meer in dit eerdere nieuwsbericht.
Hoewel deze aanpassingen een stap in de goede richting zijn, zal het voor (vooral kleine) zorgaanbieders die – bijv. omdat zij eerst van rechtswege waren toegelaten onder de Wet toelating zorginstellingen (“Wtzi“) en om die reden niet onder de daarin opgenomen jaarverantwoordingsverplichting vielen – nog steeds als een administratieve lastenverzwaring voelen. De minister houdt voor het overige echter – ondanks aandringen van de praktijk – vast aan het standpunt dat de Regeling proportioneel is en de administratieve lasten tot een minimum zijn teruggebracht. Gelet op die duidelijke vasthouding aan de uitbreiding van jaarverantwoording plichtige zorgaanbieders, adviseren we zorgaanbieders die nieuw onder de jaarverantwoordingverplichtingen vallen (en dus de tijd hebben tot 31 december 2023) alvast te beginnen met de voorbereidingen door het op orde brengen van de administratie en eventueel alvast inschakelen van een accountant. De NZa heeft handreikingen gepubliceerd die daarbij nuttig kunnen zijn.
NZa handreikingen
Door de NZa is een vijftal handreikingen gepubliceerd met handvatten ter voorbereiding van de openbare jaarverantwoording. Het gaat om:
Er zijn drie factoren aan de hand waarvan wordt bepaald of een rechtspersoon klein, middelgroot of groot is. Dit betreffen de waarde van de activa, de netto-omzet en het gemiddeld aantal werknemers. Zorgaanbieders die kwalificeren als middelgrote of grote rechtspersonen moeten als financiële verantwoording een jaarrekening openbaar maken inhoudende een balans, winst- en verliesrekening, kasstroomoverzicht en toelichting. Daarnaast moet de volgende informatie worden toegevoegd: een toelichting over de financiële derivaten, een controleverklaring van een accountant, een bestuursverslag en een verslag van een interne toezichthouder. In de handreiking is gedetailleerd aangegeven welke gegevens precies moet worden vermeld.
Voor een kleine rechtspersoon is de informatie die openbaar gemaakt moet worden beperkt tot een verslag van de interne toezichthouder – voor zover daartoe onder de Wet toetreding zorgaanbieders verplicht – en een jaarrekening bestaande uit een balans, winst- en verliesrekening en een toelichting.
Voor personenvennootschappen, zorgaanbieders die onderdeel zijn van de militaire geneeskundige dienst en rijksinstellingen voor verpleging van ter beschikking gestelden bestaat de financiële jaarverantwoording uit een balans, staat van basten en lasten, een toelichting hierop en een verslag van de interne toezichthouder.
De financiële jaarverantwoording van een eenmanszaak is met het oog op het recht op privacy beperkt tot de volgende financiële indicatoren:
- Rentabiliteit
- Liquiditeit
- Solvabiliteit
- Personeelskostenratio
- Zorgopbrengstratio
- Budgetratio
Voor deze zorgaanbieders als bedoeld in de Subsidieregeling abortusklinieken bestaat de financiële jaarverantwoording grotendeels uit dezelfde informatie als genoemd voor middelgrote en grote rechtspersonen, met uitzondering van het vereiste om een toelichting te geven over financiële derivaten.
Vragen over de jaarverantwoording in de zorg? Neem dan contact op met Willemien Bischot of Daphne Oudshoorn.