7 min read

Update Stikstof - stikstofregistratiesysteem

8 May 2020

Op 24 maart 2020 is het stikstofregistratiesysteem voor woningbouw- en infrasector in werking getreden. Dit systeem moet de vergunningverlening voor woningbouwprojecten en toestemmingsverlening voor zeven infrastructurele projecten mogelijk maken. De basis voor het opstellen van een dergelijk systeem werd gelegd in de per 1 januari 2020 in werking getreden Spoedwet Aanpak Stikstof. Ook worden er stappen gezet rondom de mogelijkheid van extern salderen en heeft de Minister op 24 april 2020 de Tweede Kamer geïnformeerd over een structurele aanpak van de stikstofproblematiek. Tijd dus voor een update.  

Spoedwet Aanpak Stikstof

Begin dit jaar, op 1 januari 2020, trad de Spoedwet Aanpak Stikstof (‘SAS’) in werking. Deze wet kent onder meer de mogelijkheid om via een ministeriële regeling een stikstofregistratiesysteem op te stellen of een drempelwaarde in te stellen.

Het kabinet wil al geruime tijd opnieuw naar het instellen van een drempelwaarde. Een drempelwaarde zorgt er voor dat projecten die onder die drempelwaarde vallen uitgesloten zijn van een vergunningplicht, ook al leidt het project tot een toename van stikstofdepositie.

Dat dit een zeer nauwkeurig voorbereidingstraject vergt en een feilloze onderbouwing, blijkt wel uit de PAS-uitspraak van 29 mei 2019 die de aanzet heeft gegeven tot de stikstofproblematiek zoals die Nederland in zijn greep heeft. De Raad van State heeft in haar advies over de SAS dan ook de nodige kanttekeningen gezet bij invoering van een dergelijke drempelwaarde. De Raad van State acht onder strikte voorwaarden een gebiedsgerichte drempelwaarde mogelijk. De invoering van dergelijke drempelwaarden per gebied vergt tijd, afstemming en onderzoek.

De SAS biedt de grondslag om vooruitlopend op de invoering van een drempelwaarde een stikstofregistratiesysteem in te voeren. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt en per 24 maart 2020 is het stikstofregistratiesysteem voor woningbouwprojecten en zeven grote infrastructurele projecten in werking getreden via invoering van paragraaf 2.1.2 in de Regeling natuurbescherming.

Stikstofregistratiesysteem

In het stikstofregistratiesysteem wordt de stikstofruimte die ontstaat vanwege stikstof reducerende maatregelen – vooralsnog is dat alleen de reductie vanwege de snelheidsverlaging naar 100 km/uur op snelwegen – bijgehouden. De ruimte die vrijkomt, kan voor een deel (70%) worden ingezet voor woningbouwprojecten en zeven grote infrastructurele projecten. De andere 30% komt ten goede aan de natuur.

Partijen die stikstofruimte nodig hebben voor een project, kunnen in het kader van een vergunningaanvraag een beroep doen op de vrijgekomen ruimte. Vergunde stikstofruimte wordt dan weer in het stikstofregistratiesysteem afgeschreven. De ruimte wordt vrijgegeven op volgorde van binnenkomst (‘wie het eerst komt, die het eerste maalt’). De eerste zes weken na inwerkingtreding van het stikstofregistratiesysteem geldt overigens een uitzondering op deze regel voor woondealprojecten. In de derde tot en met zesde week geldt de uitzondering ook voor grote woningbouwprojecten van 100 woningen of meer.  

Bij brief van 23 maart 2020 heeft de Minister de Tweede Kamer geïnformeerd over de inwerkingtreding van het stikstofregistratiesysteem. In die brief schrijft de Minister dat de bij het stikstofregistratiesysteem behorende onderbouwende rapporten – waarin de effecten van de snelheidsmaatregel, de wijze van berekenen en de effecten voor de natuur, zijn beschreven – door initiatiefnemers kunnen worden gebruikt voor de passende beoordeling van hun project, die bij de aanvraag voor een vergunning moet worden aangeleverd. Dit lijkt op de PAS, maar dan met een beperkter bereik.

Het is niet verplicht om van het stikstofregistratiesysteem gebruik te maken. Bovendien ziet het stikstofregistratiesysteem alleen op woningbouw en de zeven genoemde infrastructurele projecten. Voor alle andere gevallen geldt dat bij toename van stikstofdepositie een vergunning zou kunnen worden verkregen via intern salderen, extern salderen of de ADC-toets. In het kader van extern salderen zijn ook nadere stappen gezet.

Extern salderen

Waar intern salderen ziet op compenserende maatregelen binnen één project, ziet extern salderen op compenserende maatregelen buiten het te vergunnen project. Hét voorbeeld is het uitkopen van een veehouder om zo de vrijkomende stikstofruimte te kunnen aanwenden voor bijvoorbeeld de bouw of uitbreiding van een fabriek. In haar brief van 7 februari 2020 schrijft de Minister onder meer over dit extern salderen.

Het is de bedoeling dat op korte termijn extern salderen met veehouderijbedrijven mogelijk is. Om ongerichte en ongecontroleerde opkoop te voorkomen, moet die externe saldering gebiedsgericht worden aangepakt en voert de provincie hierin de regie. Op die manier wordt vrijkomende ruimte met elkaar verbonden en wordt voorkomen dat initiatiefnemers een bedrijf helemaal moeten opkopen terwijl ze niet alle stikstofruimte nodig hebben. Extern salderen wordt onderdeel van het gebiedsproces.

In de brief schrijft de Minister verder dat ze zich wil inzetten om het verleasen van stikstofrechten mogelijk te maken. Verleasen betekent dat een ondernemer een deel van zijn niet benutte stikstofruimte in zijn vergunning op tijdelijke basis tegen een markconforme vergoeding beschikbaar kan stellen aan een andere initiatiefnemer voor (tijdelijke) activiteiten waarbij stikstof vrijkomt. Het leasen van stikstofruimte is volgens de Minister een goede oplossing voor projecten die een tijdelijke depositie veroorzaken, bijvoorbeeld alleen bij de aanleg. Projecten die permanente depositieruimte nodig hebben, kunnen hier geen gebruik van maken. Voor het verleasen van rechten gelden vergelijkbare regels als voor extern salderen. De Minister wil met de provincies afspraken maken over dit verleasen.

Structurele aanpak stikstofproblematiek

Bij brief van 24 april 2020 heeft de Minister de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de structurele aanpak van de stikstofproblematiek. Dit is een uitvoerige brief, waaruit ik voor nu drie opvallende punten aanhaal:

  • Het kabinet streeft ernaar om in 2030 op ten minste 50 procent van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie onder de kritische depositiewaarden (KDW) te brengen. Daartoe heeft het kabinet een naar eigen zeggen ‘omvangrijk, evenwichtig en kosteneffectief pakket aan stikstofreducerende bronmaatregelen’ vastgesteld dat een aanvulling betekent op bestaand beleid. Het kabinet trekt daarvoor flink de portemonnee met een investering van circa 5,1 miljard euro tot en met 2030.
  • ‘Omdat het maatregelenpakket dat het kabinet nu neemt geleidelijk effect zal hebben’, stelt het kabinet een ontwikkelreserve in van minimaal 20 mol/ha/jr voor nationale belangen (bijvoorbeeld in de infrastructuur, waterveiligheid, woningbouw, defensie of ten behoeve van de energietransitie) waarvoor via de bestaande systematiek geen ruimte beschikbaar is. Van die 20 mol is 11 mol bedoeld voor het legaal houden van meldingen die onder het PAS zijn gedaan (depositiewaarde tussen 0,05 en 1 mol/ha/jaar). De ontwikkelreserve is kennelijk niet bedoeld voor projecten die onder het PAS doorgang konden vinden zonder melding (depositiewaarde onder 0,05 mol/ha/jaar).
  • Verleasen van stikstofrechten wordt binnenkort mogelijk.

Vervolg

Het blijft spannend hoe de hiervoor beschreven maatregelen zullen gaan uitwerken. Zo geldt voor het stikstofregistratiesysteem dat zal moeten blijken of de onderbouwende rapporten afdoende zijn voor het mogen uitgeven van stikstofruimte. De gevaren van de PAS liggen dan weer op de loer. Staan de effecten van de snelheidsverlaging vast zodat er stikstofruimte mag worden uitgegeven? Voor wat betreft het verleasen zal moeten blijken hoe dit precies vorm wordt gegeven en hoe dit juridisch geregeld wordt. En komen er uiteindelijk regionale drempelwaarden die de toets der kritiek kunnen doorstaan? Ook bij het instellen van een ontwikkelreserve ‘omdat het maatregelenpakket dat het kabinet nu neemt geleidelijk effect zal hebben’ loeren de gevaren van de PAS. Wij hopen vurig dat de maatregelen bijdragen aan een structurele en juridisch houdbare oplossing voor de stikstofproblematiek, zodat economische ontwikkelingen weer mogelijk worden. Dat is juist in deze tijden extra van belang.

Wij blijven de ontwikkelingen op dit punt voor u volgen.