Van Doorne breidt ‘Financial Litigation’-team fors uit

Met de komst van Ralph Ubels, Tomas Klerks en Charlotte Groot Rouwen is het Financial & Insolvency Litigation team van Van Doorne fors uitgebreid. Daarmee wordt verder invulling gegeven aan de ambitie van Van Doorne om het leidende litigation kantoor van Nederland te worden. Ook de propositie van Van Doorne om als toonaangevende sectorspecialist financiële instellingen te ondersteunen, is hiermee versterkt. Ubels wordt partner bij Van Doorne en was dat hiervoor bij NautaDutilh. Klerks en Groot Rouwen zijn senior associates, die voor hun overstap naar Van Doorne ook werkzaam waren bij NautaDutilh.

Financiële instellingen krijgen in toenemende mate te maken met aansprakelijkheidskwesties. Ralph Ubels staat al jarenlang banken, verzekeraars en accountantsorganisaties bij rond complexe financiële geschillen. Zijn expertise sluit naadloos aan bij die van Joost Volkers en zijn collega’s, die naast de financiële procespraktijk veel ervaring hebben met de behandeling van aan insolventie gerelateerde geschillen en herstructureringen.   

Managing partner Sjoerd Kamerbeek van Van Doorne: ‘Wij hebben de afgelopen jaren onze procespraktijk uitgebreid met als ambitie om het leidende litigation-kantoor van Nederland te worden. Voor die doelstelling hebben wij onder anderen Daan Beenders (commercial litigation en class actions) en Neyah van der Aa (sanctierecht) aangetrokken. Ook interne partner-benoemingen zoals die van Vanessa Liem (onderzoek en business conduct) en Joost Volkers (Financial & Insolvency Litigation) passen daarbij. Door de komst van Ralph kunnen wij onze ambities nog beter realiseren. Wij zijn erg gelukkig met zijn komst.”

Ralph Ubels zegt zelf over zijn overstap: “Met veel plezier begin ik dit nieuwe avontuur. Van Doorne heeft een van de grootste litigation-teams van Nederland. Ik merk nu al dat de synergie tussen de verschillende litigation-groepen groot is. Ik kijk ernaar uit om samen met Joost Volkers en alle andere collega’s bij Van Doorne financiële instellingen op het hoogste niveau bij te staan in de behandeling van de geschillen waarmee zij nu en in de toekomst te maken krijgen.”