Verlenging Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW 2.0); NOW 2.0-aanvragen vanaf 6 juli 2020 mogelijk
Als onderdeel van het Noodpakket Banen en Economie kon op grond van de Eerste Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 1.0) loonsubsidie worden verkregen voor de maanden maart tot en met mei 2020 (zie onze berichtgeving over de NOW 1.0: NOW 1.0 en Verlenging NOW 1.0). Nu de coronacrisis langer aanhoudt heeft het kabinet besloten het noodpakket met vier maanden te verlengen. Dat betekent voor de loonsubsidie dat een Tweede Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 2.0) zal gelden voor de maanden juni tot en met september 2020. De Regeling voor de NOW 2.0 is op 26 juni 2020 in werking getreden.
Hierna gaan we in op het doel van de regeling en op de drie belangrijkste voorwaarden, waarna we de werking van de NOW 2.0 nog even op een rij zetten.
Doel
Net als bij de NOW 1.0 is het doel van de NOW 2.0 om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten om te voorkomen dat zij werknemers moeten ontslaan door een acute terugval in de omzet (ten minste 20%), vanwege een vermindering in bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend, zoals de coronacrisis.
Geen bedrijfseconomisch ontslag
- Nog steeds moet een werkgever die een NOW 2.0 aanvraag doet zich committeren geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor de individuele werknemers. Wordt zo’n ontslagaanvraag gedurende de vier maanden periode van juni tot en met september 2020 toch ingediend, dan wordt onder de NOW 2.0 de subsidie nog slechts met 100% van de loonsom van de betrokken werknemers gekort (dat was onder de NOW 1.0 150%) en wel over een periode van drie maanden en dus niet voor de volledige subsidieperiode van vier maanden.
- Daarnaast geldt dat voor ontslagaanvragen van 20 of meer werknemers waarvoor de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) van toepassing is dat de subsidie met 5% zal worden gekort, tenzij er een akkoord over de ontslagaanvraag is bereikt tussen de werkgever en de belanghebbende vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers, zoals OR, personeelsvertegenwoordiging of personeelsvergadering), of, indien dat niet het geval is, er door deze partijen om mediation is gevraagd bij een bij de Stichting van de Arbeid in te richten commissie. Is dat akkoord of die mediation er niet dan wordt het totale subsidiebedrag met 5% verminderd als de werkgever in de periode van 30 mei 2020 tot en met 30 september 2020 één of meer WMCO-meldingen doet én hij gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een werkgebied van de WMCO ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt.
- Verder moet de werkgever indien hij in genoemde periode een WMCO-melding doet, verklaren (i) dat hij gedurende een periode van 4 weken zal overleggen met de vakbonden over de voorgenomen ontslagen en (ii) dat hij de aanvragen voor ontslag niet eerder zal indienen dan 4 weken nadat de WMCO-melding is gedaan.
Scholing
Werkgevers zijn verplicht zich in te spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkelingsadvies of aan scholing. De scholing zelf is dus geen onderdeel van de NOW 2.0, alleen de inspanningsverplichting. Bij de NOW 2.0 aanvraag dienen werkgevers te verklaren dat zij aan deze inspanningsverplichting zullen voldoen.
Verbod uitkeren dividend/bonussen, inkoop eigen aandelen
Een werkgever die een beroep doet op de NOW 2.0 mag geen dividend of bonussen uitkeren binnen het concern, of eigen aandelen inkopen, over 2020 tot en met de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. Bij bonussen geldt dit alleen voor het bestuur en de directie en niet voor het overige personeel. Deze verplichtingen gelden alleen voor werkgevers die ten minste een definitief subsidiebedrag van 125.000 euro ontvangen of een voorschot van ten minste 100.000 euro, in welke gevallen een accountantsverklaring is vereist.
Net als onder de NOW 1.0 is het onder de NOW 2.0 mogelijk, wanneer een concern minder dan 20% omzetverlies heeft, dat een onderdeel/werkmaatschappij van het concern met 20% of meer omzetverlies subsidie aanvraagt. Voor de aanvragen op werkmaatschappijniveau geldt net als onder de NOW 1.0 onder de NOW 2.0 dat het verbod tot uitkeren van dividend of bonussen en inkoop van eigen aandelen zich richt niet alleen tot de aanvragende werkmaatschappij, maar tot het gehele concern. Ook geldt nog steeds bij aanvragen op werkmaatschappijniveau de verplichting om altijd een accountantsverklaring over te leggen, ongeacht de hoogte van het subsidiebedrag.
Voor gebroken boekjaren zijn er bijzondere regels opgenomen.
Nieuwe aanvragen en vervolgaanvragen
Werkgevers die niet eerder onder de NOW 1.0 een aanvraag hebben gedaan, kunnen dat onder de NOW 2.0 alsnog doen. Aanvragen onder de NOW 2.0 staan natuurlijk ook open voor werkgevers die wel subsidie onder de NOW 1.0 hebben aangevraagd; voor alle duidelijkheid is in de NOW 2.0 opgenomen dat de subsidie die deze werkgevers onder de NOW 1.0 hebben ontvangen niet meetelt voor de omzetberekening onder de NOW 2.0.
Enkele praktische punten NOW 2.0
De NOW 2.0 bouwt voort op de NOW 1.0, en is in grote lijnen gelijkluidend. Hieronder zijn enkele praktische punten uitgelicht.
- De werkgever die een omzetdaling verwacht van ten minste 20% over een periode van vier kalendermaanden binnen de periode 1 juni tot en met 30 november 2020 kan een NOW 2.0 aanvraag doen.
- De werkgever kan binnen de genoemde periode een aaneengesloten periode van vier maanden kiezen waarmee de omzetdaling kan worden berekend, te starten op 1 juni, 1 juli, of 1 augustus. Voor werkgevers, echter, die al subsidie onder de NOW 1.0 hebben aangevraagd dient de periode van omzetdaling aansluitend te zijn aan de eerder gekozen driemaandsperiode van omzetdaling.
- Om de omzetdaling te berekenen wordt de omzet over de gekozen periode afgezet tegen de omzet over 2019 gedeeld door drie (de referteperiode). Voor ondernemingen die na januari 2019 zijn gestart of die na januari 2019 een andere onderneming hebben overgenomen geldt een andere referteperiode.
- De tegemoetkoming in de loonkosten (subsidie) bedraagt maximaal 90% van de loonsom van het percentage van de omzetdaling.
- Als het UWV positief op een aanvraag beslist wordt een voorschot verstrekt van 80% van de berekende subsidie.
- Het voorschot voor de subsidie wordt berekend op basis van viermaal de loonsom over de maand maart 2020 (peildatum 15 mei 2020).
- Nu de NOW 2.0 een periode van vier maanden bestrijkt, wordt het voorschot niet maandelijks, maar in twee termijnen uitbetaald.
- Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt gekeken naar de loonsom over de maanden juni, juli, augustus en september 2020.
- Blijkt bij de definitief vast te stellen subsidie dat de loonsom in juni tot en met september 2020 lager is dan vier maal de loonsom van maart 2020, dan wordt bij de vaststelling van de subsidie de loonsom naar beneden bijgesteld. Dit resulteert in een lagere subsidie; bij een gedaalde loonsom ten opzichte van de referteperiode maart 2020 krijgt de werkgever voor elke euro minder loonkosten 90 cent minder subsidie. Een hogere loonsom over de maanden juni tot en met september 2020 leidt echter niet tot een hoger subsidiebedrag.
- Bij de definitieve vaststelling wordt naast het vakantiegeld ook een extra periode salaris uit de loonsom gefilterd. Bij extra periode salaris gaat het bijvoorbeeld om een 13e maand, maar niet om een beloning die afhankelijk is van bedrijfsresultaten of kwalitatieve of kwantitatieve prestaties van de werknemer. Een uitbetaalde bonus wordt dus niet uit de loonsom gefilterd.
- In plaats van de precieze berekening van werkgeverslasten geldt een opslag voor werkgeverslasten van 40%.
- Als loon wordt maximaal twee keer het per januari 2020 geldende maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen. Dat betekent dat loon boven EUR 9.538 per maand niet voor subsidie in aanmerking komt.
- Een werkgever van een groep van ondernemingen (concern) komt in aanmerking voor subsidie als er op groepsniveau ten minste 20% omzetdaling is. Is dat niet het geval dan kan, zoals hiervoor aangegeven, een werkmaatschappij/onderdeel van het concern met een eigen rechtspersoonlijkheid in aanmerking komen voor subsidie wanneer dat onderdeel wel ten minste 20% omzetdaling heeft.
- Buitenlandse werkgevers komen ook in aanmerking voor subsidie voor zover zij werknemers in dienst hebben die in Nederland sociaal verzekerd zijn.
- Aanvragen kunnen worden gedaan vanaf 6 juli 2020. Aanvragen zijn mogelijk tot en met 31 augustus 2020.
De definitieve aanvraag voor de subsidie kan worden gedaan binnen 24 weken na 15 november 2020, of als de omzetperiode dan nog loopt binnen 24 weken na afloop van de omzetperiode. Werkgevers die alleen subsidie onder de NOW 1.0 hebben aangevraagd kunnen vanaf 7 oktober 2020 de definitieve vaststelling van deze subsidie aanvragen.