Wetsvoorstel bescherming klokkenluiders aangenomen
Op 24 januari 2023 is het Wetsvoorstel bescherming klokkenluiders door de Eerste Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel wijzigt de huidige Wet Huis voor Klokkenluiders en dient ter implementatie van EU Richtlijn 2019/1973. De inwerkingtredingsdatum is nog niet bekend, maar verwacht wordt, nu de uiterste implementatiedatum al verstreken is, dat de wet zo snel mogelijk in werking zal treden. De wet beoogt melders van misstanden (klokkenluiders) een betere bescherming te bieden tegen benadeling. Het voorstel heeft met name gevolgen voor organisaties met 50 of meer werknemers. Hieronder leest u de belangrijkste bepalingen en veranderingen op hoofdlijnen:
- De definitie van een ‘misstand’ wordt verruimd. Niet alleen bij vermoedens van maatschappelijke misstanden worden klokkenluiders beschermd, maar ook bij een gevaar voor schending van een wettelijk voorschrift waarbij een maatschappelijk belang in het geding is en bij meldingen over een gevaar voor inbreuken op een Unierecht.
- Melders krijgen de mogelijkheid om direct extern (buiten de eigen organisatie) te melden bij een bevoegde autoriteit. Het is dus geen vereiste meer om eerst intern te melden.
- Onder omstandigheden mag een melding openbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld via de pers, en is de melder ook in die situatie beschermd tegen onder meer benadeling door de werkgever.
- De kring van personen die beschermd wordt, is uitgebreid: niet alleen werknemers, maar iedereen die in het kader van zijn of haar werk gerelateerde activiteiten op een (vermoeden van een) misstand of inbreuk op het Unierecht stuit, dus ook bijvoorbeeld vrijwilligers, stagiairs, zzp’ers, sollicitanten, aandeelhouders, derden of adviseurs.
- In de wet is een lijst opgenomen met wat in ieder geval onder benadeling wordt verstaan, zoals bijvoorbeeld: ontslag, demotie, intimidatie, pesten of overplaatsing.
- De eisen waaraan de interne meldprocedures moeten voldoen zijn aangescherpt door onder meer het hanteren van termijnen waarbinnen opvolging dient te worden gegeven aan een melding. Zo moet de werkgever binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging van de melding sturen en moet de werkgever binnen een redelijke termijn (maximaal drie maanden) informatie geven over de beoordeling en verdere opvolging.
- De werkgever moet onder de nieuwe wet aantonen dat een benadeling van de melder geen verband houdt met de melding. Er is dus sprake van een verschuiving van de bewijslast.
- Zwijgbedingen zijn onder de nieuwe wet nietig. Dat wil zeggen dat geen beding mag worden overeengekomen, bijvoorbeeld in een beëindigingsovereenkomst, dat de mogelijkheid ontneemt om een misstand te melden.
- De afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders krijgt de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang of een bestuurlijke boete (de hoogte ervan is nog niet bekend) op te leggen indien;
- een werkgever met minimaal 50 werknemers geen meldregeling heeft;
- een werkgever geen informatie ter beschikking stelt aan de werknemers over de meldregeling;
- een werkgever aanbevelingen van de afdeling onderzoek niet opvolgt; of
- een melder wordt benadeeld.
Wij raden werkgevers aan om te controleren of de huidige meldregeling- en meldstructuur in lijn is met de nieuwe klokkenluiderswetgeving. Wij kijken daarbij graag met u mee.