Wtza: Voornemen tot verhoging omvangsgrens voor interne toezicht naar 50 of meer zorgverleners
Op 20 juni 2024 heeft minister Helder het voornemen tot een aanpassing van het Uitvoeringsbesluit Wet toetreding zorgaanbieders (Uitvoeringsbesluit Wtza) aangekondigd waarbij de omvangsgrens voor het hebben van intern toezicht wordt verhoogd naar 50 of meer zorgverleners of zorg verlenende zzp’ers voor de zorginstellingen die op dit moment verplicht zijn tot het hebben van intern toezicht vanaf 25 en meer zorgverleners. Deze verhoging komt tegemoet aan de disproportionaliteit die aanbieders van eerstelijns- en kleinschalige zorg ervaren bij de instelling van een interne toezichthouder.
De vergunningplicht op grond van de Wtza en het daaraan verbonden intern toezicht heeft als doel dat er voldoende toezicht is op en bewustwording van eisen omtrent kwaliteit van zorg en dient ter bevordering van een transparante en ordelijke bestuursstructuur en bedrijfsvoering. De verplichting tot het hebben van een intern toezicht is een vorm van kwaliteitswaarborging en biedt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de mogelijkheid om op te treden als niet aan de eisen van het intern toezicht wordt voldaan. Met de huidige omvangsgrens is aangesloten bij de omvangsgrens die geldt voor de verplichting tot instelling van een cliëntenraad op grond van de Wet medezeggenschap cliënten (Wmcz 2018).
Na een verkenning met de Eerstelijnscoalitie, brancheorganisaties van kleinschalige zorg, de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ), de IGJ, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Centraal Informatiepunt Beroepen in de Gezondheidszorg (CIBG), gaat minister Helder voorbereidingen treffen voor een aanpassing van het Uitvoeringsbesluit Wtza, waarbij de omvangsgrens voor intern toezicht zal worden verhoogd naar 50 zorgverleners voor instellingen die op dit moment verplicht zijn tot het hebben van intern toezicht vanaf 25 en meer zorgverleners. De huidige grens voor instellingen waar cliënten gedurende ten minste een etmaal verblijven of die zorg (doen) verlenen waarbij sprake is van medisch specialistische zorg, persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging blijft wel behouden. Naast het voornemen om de Uitvoeringsbesluit Wtza op dit gebied aan te passen, heeft de minister ook de wens uitgesproken om het doel en de beoogde invulling van het intern toezicht duidelijker te beschrijven.
Het is onduidelijke welke gevolgen het voornemen met zich meebrengt voor zorgaanbieders die op basis van de huidige wettelijke verplichting een interne toezichthouder hebben ingesteld en hun statuten hebben moeten aanpassen en die daartoe onder de nieuwe regels niet verplicht zouden zijn. Het is denkbaar dat een zorginstelling vrijwillig het interne toezicht behoud. Mocht deze wens ontbreken en zal het interne toezicht worden opgeheven, dan dienen de statuten daarop aangepast te worden.
Neem voor vragen over de Wtza contact op met Dimitri van Hoewijk en Merel Visser.