Waarmee kunnen wij u helpen?

    Artikel

    Corona, arbeidsomstandigheden en onderzoek en boetes Inspectie SZW

  • NL
  • De Inspectie SZW is de toezichthouder op het terrein van de wet- en regelgeving over arbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, arbeidsverhoudingen en het sociale zekerheidsstelsel. Daaronder valt – indirect – ook toezicht op coronamaatregelen. Ten aanzien van de maatregelen in de (lokale) noodverordeningen heeft de Inspectie SZW geen directe rol of bevoegdheid. Dit is het domein van de veiligheidsregio’s, gemeentelijke opsporingsambtenaren en de politie. Maar dat laat onverlet dat de Inspectie SZW op grond van de arbeidsomstandighedenwetgeving toezicht houdt op ongezonde en onveilige situaties. Dat kan ook zijn als gevolg van onveilige situaties vanwege het risico op besmetting met corona.

    Zorgplicht werkgever

    Een werkgever heeft een zorgplicht voor de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Die zorgplicht volgt uit artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet. Die plicht is breed en betreft “alle met de arbeid verbonden aspecten”. De werkgever moet een beleid voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. In het kader van zijn arbeidsomstandighedenbeleid moet de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vastleggen welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie moet ook beschrijven de gevaren, de risico-beperkende maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers. Zie daarover artikel 5 Arbeidsomstandighedenwet.

    Twee typen coronarisico’s

    De Inspectie SZW onderscheidt twee type risico’s in verband met corona. Ten eerste situaties waarbij de kans op blootstelling voortkomt uit de aard van de werkzaamheden. In meer technische termen: blootstelling aan specifiek bij de arbeid voorkomende biologische agentia. Denk aan besmetting vanwege patiëntgebonden werkzaamheden in de gezondheidszorg of vanwege schoonmaken of verwijderen van met corona besmet materiaal. En ten tweede situaties waarbij blootstelling volgt uit het algemene besmettingsgevaar. De Inspectie SZW noemt als voorbeelden daarvan besmetting op werkplekken in bedrijven en instellingen, zoals supermarkten, distributiecentra, kantoren, bouw, landbouw, transport, metaalindustrie en vanwege niet-patiëntgebonden werkzaamheden in de gezondheidszorg.

    Nog een coronataak

    Daarnaast heeft de Inspectie SZW nog een ander taak in verband met corona. Vanwege zowel de eerste als de tweede tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (de NOW 1.0 en de NOW 2.0) heeft zij een rol. De Inspectie SZW kan onder gezag van het OM een opsporingsonderzoek instellen, indien tijdens of bij het vaststellen van de NOW-subsidie sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. De Inspectie SZW heeft een meldingsformulier op haar website staan voor melding van fraude met corona-gerelateerde subsidies en regelingen.

    Handhaving

    Het kan komen tot een onderzoek van de Inspectie SZW na een incidentmelding – bijvoorbeeld een ongeval – maar ook na een controle. De Inspectie SZW is duidelijk over haar standpunt  wanneer blootstelling aan besmettingsgevaar wordt geconstateerd: handhaving is aangewezen bij gevaar en onvoldoende maatregelen. Dat kan ertoe leiden dat een formele eis tot het treffen van maatregelen, een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete wordt opgelegd. Ook is denkbaar dat de Inspectie SZW een officiële waarschuwing geeft, of – bij recidive – overgaat tot stillegging van de onderneming.

    Boete en rechtsbescherming

    Mocht het komen tot een bestuurlijke boete, dan wordt die niet opgelegd door de inspecteur, maar door een boetefunctionaris. In het boeterapport zal uiteengezet moeten worden wat de grondslag is van de boete en welke omstandigheden de hoogte daarvan bepalen. Duidelijk moet zijn wat het normbedrag is en hoe een eventuele verhoging of verlaging van dat normbedrag – bijvoorbeeld vanwege de omvang van de onderneming – tot stand komt.

    Als werkgever krijgt u de gelegenheid “zienswijzen” kenbaar te maken tegen de voorgenomen boete. Maak daarvan kritisch gebruik, indien u het niet eens bent met de boete. Vervolgens zal al dan niet een besluit worden genomen. Daartegen staat bezwaar – bij de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – en daarna beroep bij de rechtbank open.

    Matiging en toetsing boete

    Is een werkgever het oneens met de boete, dan loont vaak het boetebesluit kritisch te beoordelen. Indien de werkgever aantoont dat hij inspanningen heeft verricht gericht op het voorkomen van de overtreding, kan dit leiden tot matiging. Matiging (tot 25% per onderdeel) kan aan de orde zijn wanneer:

    • de risico’s van de concrete werkzaamheden voldoende zijn geïnventariseerd en een veilige werkwijze is ontwikkeld;
    • de noodzakelijke randvoorwaarden zijn gecreëerd voor het toepassen van een veilige werkwijze;
    • er adequate instructies zijn gegeven; en
    • er adequaat toezicht is gehouden.

    Daar komt nog bij dat het bestuursorgaan en de rechter kunnen (en soms moeten) toetsen of de boete in het concrete geval wel een evenredige sanctie is. De rechter kent in voorkomende gevallen betekenis toe aan inspanningen ter voorkoming van verdere overtreding verricht na de overtreding. Ook die kunnen de sanctie onevenredig maken. Reden dus voor een kritisch houding.

    Heeft u te maken met onderzoek door de Inspectie SZW of met een sanctie vanwege een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet of anderszins sanctionering door de Inspectie SZW of wenst u daarover meer informatie? Neem contact op met Sijbren Kuiper of een van de andere leden van ons Arbeid & Pensioen team. Wij assisteren met regelmaat bij sancties naar aanleiding van controles door de Inspectie SZW.