De 'EU Exit Guidance' van de Britse Competition and Markets Authority (CMA)
Na de Brexit in januari 2020 loopt op 31 december 2020 ook de transitieperiode af. De CMA, de Britse equivalent van de Autoriteit Consument en Markt, publiceerde daarom eind november een document met richtsnoeren over haar functioneren post-EU-exit. Vanaf januari 2021 zal de CMA ook zaken mogen onderzoeken welke vóór de Brexit enkel door de Europese Commissie behandeld werden. Daarbij gaat het vooral om meer complexe zaken. In haar richtsnoeren beschrijft de CMA hoe zij van plan is te werk te gaan en hoe het juridische kader er uit zal gaan zien voor wat betreft het Britse mededingingsrecht.
Bevoegdheden na 31 december – concentraties en antitrustzaken
Voor wat betreft concentraties met een communautaire dimensie waarvan de controleprocedures gestart worden vóór 31 december 2020 blijft de Europese Commissie uitsluitend verantwoordelijk en bevoegd. Wordt de melding van een concentratie met een communautaire dimensie na 31 december gedaan dan geldt het nationale mededingingsrecht van het Verenigd Koninkrijk parallel met het Europese concentratiecontrole-regime en is de CMA naast de Europese Commissie bevoegd de concentratie te beoordelen.
Bepaalde concentraties zouden dus gelijktijdig door zowel de Europese Commissie als de CMA onderzocht mogen en kunnen worden. Aan fuserende partijen wordt dan ook aangeraden in een vroeg stadium contact op te nemen met de CMA: doen zij dit niet, dan kunnen zich risico’s voordoen. Dat geldt ook wanneer een concentratie, waarvan de controleprocedure na de transitieperiode wordt gestart, door de Europese Commissie wordt onderzocht en goedgekeurd.
Gezien de voordelen van overleg en communicatie tussen bevoegde autoriteiten geeft de CMA in haar richtsnoeren aan ‘waar mogelijk en passend’ beoordelingen van concentraties te willen coördineren met zowel de Europese Commissie als andere mededingingsautoriteiten.
Ook voor mededingingszaken zal de Europese Commissie bevoegd blijven ten aanzien van zaken die vóór 31 december 2020 zijn gestart. In zo’n geval zijn de beslissingen van de Europese Commissie bindend, ook in het Verenigd Koninkrijk. Naar deze zaken, de continued competence cases, mag de CMA geen onderzoeken openen voor zolang het onderzoek van de Europese Commissie nog loopt. Na 31 december 2020 zal de CMA wel gelijktijdig met de Europese Commissie onderzoek kunnen doen naar vermoedde overtredingen van het mededingingsrecht in deze zaken. Zij kan in zo’n geval gedragingen onderzoeken die óf na 31 december 2020 zijn gepleegd óf die nog niet zijn geëindigd op 31 december 2020. Bij het openen van een onderzoek naast een lopend EU-onderzoek zal de CMA in acht nemen of een dergelijk onderzoek nodig is voor de bescherming van consumenten, bedrijven of de economie van het Verenigd Koninkrijk.
Wat betreft clementieverzoeken geldt dat deze, in het geval dat ze relevant zijn voor zowel de Europese Commissie als het Verenigd Koninkrijk, apart zullen moeten worden ingediend. Zoals reeds het geval was vóór de transitieperiode, zullen partijen dus moeten inschatten of naast het indienen van een clementieverzoek bij de Europese Commissie, het passend is een dergelijk verzoek bij de CMA in te dienen.
Verder staat in de intrekkingsovereenkomst beschreven dat de Europese Commissie ook na 31 december bevoegd blijft voor de handhaving van en het toezicht op Britse elementen van toezeggingen die in verband met reeds beoordeelde Europese mededingingsrechtelijke zaken zijn aangegaan. Wel is er de mogelijkheid de verantwoordelijkheid voor de handhaving en het toezicht over te dragen aan de CMA. Dat kan alleen als de Europese Commissie en de CMA het hierover eens zijn. In een dergelijk geval is sprake van ”transferred EU merger commitments”. De CMA krijgt dan een aantal bevoegdheden, zoals het opleggen van boetes en het opvragen van informatie of documenten.
Geldende rechtsbeginselen en richtsnoeren
Voor wat betreft rechtsbeginselen die voor het eind van de transitieperiode zijn neergelegd in de VWEU of door het Hof van Justitie, geldt dat deze in beginsel relevant blijven voor de CMA, de Britse rechtspraak en andere toezichthouders. Daarvan kan echter worden afgeweken wanneer dit passend wordt geacht in het licht van bijvoorbeeld de verschillen tussen de markten in het Verenigd Koninkrijk en de EU, door bijzondere omstandigheden of door economische ontwikkelingen na de aanname van een dergelijk beginsel.
Het grootste deel van de bestaande richtsnoeren van de CMA zal blijven bestaan, voor zover de in dit artikel beschreven richtsnoeren er niet van afwijken. Ook blijven zeven (7) van de EU Groepsvrijstellingen behouden in het Britse mededingingsrecht: dit zijn de vrijstellingen die zien op verticale overeenkomsten, motorvoertuigen, onderzoek en ontwikkeling, technologietransfers, specialisatie, lijnvaartconsortia en infrastructuur.
(Samenwerking betreffende) consumentenbescherming
Wat betreft wet- en regelgeving op het gebied van consumentenbescherming geldt dat bepaalde bevoegdheden ten aanzien van grensoverschrijdende zaken niet langer van kracht zullen zijn na 31 december 2020. Toch zal de CMA over het algemeen alsnog de mogelijkheid hebben handhavend op te treden tegen EU-bedrijven wanneer Britse consumenten en Brits consumentenrecht door hun acties geschaad worden.
Ook de EU-verordening die ziet op samenwerking op het gebied van consumentenbescherming zal niet langer van kracht zijn na 31 december 2020. De CMA heeft echter al in de tijd voor de Brexit een actieve rol op zich genomen in gecoördineerde handhavingsprojecten. Ook had zij al langer een leidende rol in het ontwikkelen van bredere samenwerkingen in internationale omgevingen. De CMA zal dit blijven doen en zal trachten te blijven werken met EU-handhavers voor zover dit mogelijk is. Daarnaast is er, zoals wordt benadrukt, altijd nog de mogelijkheid tot samenwerkingsovereenkomsten te komen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk als derde land.
Conclusie
Al met al blijft een groot deel van het Britse mededingingsrecht ongewijzigd en bestaat de grootste verandering uit de toekomstige mogelijkheid voor de CMA om náást de Europese Commissie eveneens een procedure te starten op het gebied van het mededingingsrecht of het concentratiecontrolerecht. Daar zit dan ook het grootste aandachtpunt voor bijvoorbeeld fuserende bedrijven: na 31 december 2020 is het namelijk mogelijk dat zowel de Europese Commissie als de Britse CMA een onderzoek zal starten. In zowel de toelichting op de uitgebrachte richtsnoeren als de richtsnoeren zelf wordt aandacht geschonken aan het belang van internationale samenwerking en wordt gesteld dat de CMA hier reeds veel ervaring in heeft. De CMA wil dan ook waar mogelijk haar beslissingen met die van de Europese Commissie coördineren. De toelichting wordt afgesloten met een mooi voornemen die het herhalen waard is: ‘We will continue to be guided by what is best for UK consumers and businesses’.
Met dank aan Liesette van de Linde voor de voorbereidende werkzaamheden voor dit artikel. Zie ook de artikelen over de impact van Brexit in andere praktijkgebieden. Voor een meer gedetailleerde analyse van de impact van Brexit op uw bedrijf, aarzel niet om contact op te nemen met een van onze experts.
Thema Brexit