Met wijziging van de Gezondheidswet en Jeugdwet is openbaarmaking van toezicht- en uitvoeringsgegevens van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op veel grotere schaal mogelijk dan op grond van de Wet openbaarheid bestuur (Wob). De wijzigingen van de Gezondheidswet en de Jeugdwet treden vandaag – 1 februari 2019 – in werking.
Nieuwe situatie
Met de wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet is een grondslag gecreëerd voor het actief openbaar maken van inspectie- en controlegegevens van de IGJ. Daarmee wordt beoogd de naleving van regelgeving te bevorderen, het publiek inzicht te geven in de wijze waarop het toezicht en de uitvoering worden verricht en wat de resultaten van die verrichtingen zijn.
De wetswijzigingen maken openbaarmaking op veel grotere schaal mogelijk dan de Wob dat doet. Dit komt doordat de (in de Wob vereiste) individuele belangenafweging achterwege wordt gelaten en dat op onderdelen wordt afgeweken van het reguliere bestuursrecht. De gewijzigde Gezondheidswet en de Jeugdwet kennen daarentegen ook specifieke beperkingen. Zo staan beide wetten niet toe dat persoonsgegevens van derden, bepaalde bedrijfsinformatie en bepaalde vertrouwelijke informatie openbaar worden gemaakt.
De gewijzigde Gezondheidswet en de Jeugdwet kennen feitelijke criteria op basis waarvan wordt bepaald of informatie openbaar moet worden gemaakt. Welke informatie onder de actieve openbaarmakingsverplichting valt, is geregeld in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Op grond van deze AMvB is de IGJ onder andere verplicht informatie openbaar te maken over eindrapportages van controle en onderzoek en besluiten die naar aanleiding van de uitkomsten van controle en onderzoek zijn genomen. Ook informatie over mededelingen aan zorgaanbieders in het kader van intensivering van toezicht moet worden geopenbaard.
Verder bevat de AMvB nadere regels over onder meer de plaats, duur en de wijze van openbaarmaking, de wijze waarop betrokkenen kunnen reageren op de openbaar gemaakte informatie, hoe deze openbaar gemaakt wordt en over het informeren van het publiek over de intrekking of vernietiging van openbaarmakingsbesluiten.
Met de wetswijziging is de bestuursrechtelijke regeling op grond waarvan een zorgaanbieder in de gelegenheid moest worden gesteld een zienswijze te geven op een voorgenomen openbaarmaking, verlaten. In plaats daarvan is geregeld dat openbaarmaking plaatsvindt op zijn vroegst twee weken nadat de IGJ haar besluit aan de zorgaanbieder bekend heeft gemaakt, tenzij de noodzaak bestaat het publiek zo snel mogelijk te informeren. In deze “standstill periode” wordt de zorgaanbieder de gelegenheid geboden van het besluit kennis te nemen en daarop te reageren of eventueel een oordeel te vragen van de voorzieningenrechter.
Drie fasen
De wijzigingen in het openbaarmakingsbeleid van de IGJ zijn opgedeeld in drie fasen. Met de inwerkingtreding van de eerste fase per 1 februari 2019 zullen alle definitieve inspectierapporten worden gepubliceerd, met uitzondering van boetebesluiten en rapporten over calamiteiten. Als de tweede fase in werking treedt, zal de IGJ ook informatie over de eigen calamiteitenonderzoeken openbaar maken. Na inwerkingtreding van de derde fase gaat de IGJ ook informatie over boetebesluiten openbaren. Het is nog niet duidelijk wanneer de tweede en derde fase in werking treden en hoe deze precies vorm zullen krijgen.
De AMvB leest u hier.
Voor meer vragen over de wetswijziging of het toezicht van de IGJ kunt u contact opnemen met Willemien Bischot of Corine Vernooij.