4 min read

Slapende dienstverbanden en de Wet compensatie transitievergoeding: wakker worden?

7 June 2019

Recent zijn diverse uitspraken gedaan in zaken waarin langdurige arbeidsongeschikte werknemers verzochten om beëindiging van hun slapende dienstverband. Dit heeft geleid tot prejudiciële vragen van de kantonrechter te Roermond aan de Hoge Raad. 

Een slapend dienstverband ontstaat als een werkgever na afloop van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte na 2 jaar, de arbeidsovereenkomst niet beëindigt. De arbeidsovereenkomst met de werknemer blijft bestaan, terwijl de werknemer niet werkt en geen loon ontvangt. In feite is de arbeidsovereenkomst daardoor inhoudsloos en ‘slapend’ geworden. De voornaamste reden van werkgevers voor het slapend houden van een dienstverband is dat het doorbetalen van het loon gedurende 2 jaar ziekte en het daarnaast betalen van de transitievergoeding als een zware last wordt gezien. Wordt de arbeidsovereenkomst niet beëindigd dan kan de werknemer in principe geen betaling van de transitievergoeding afdwingen, tenzij sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. 

Slapende dienstverbanden minder vanzelfsprekend

Uit de wet volgt geen verplichting voor werkgevers om een arbeidsovereenkomst met een langdurige zieke werknemer te beëindigen. Tot en met eind 2018 was de lijn in de rechtspraak dan ook dat het slapend houden van een dienstverband geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever opleverde. De toelaatbaarheid van slapende dienstverbanden lijkt echter minder vanzelfsprekend sinds publicatie van de Wet compensatie transitievergoeding (“Compensatiewet”). Per 1 april 2020 kunnen werkgevers namelijk (voor nieuwe gevallen en met terugwerkende kracht voor gevallen vanaf juli 2015) van het UWV (gemaximeerde) compensatie verkrijgen voor de transitievergoeding betaald aan een werknemer na twee jaar ziekte. Werkgevers hebben hierdoor mogelijk minder belang bij het slapend houden van een dienstverband. Let wel, per 1 januari 2020 geldt een nieuwe berekeningswijze voor de transitievergoeding op grond waarvan in veel gevallen een lagere transitievergoeding verschuldigd is. Dit kan voor werkgevers een reden zijn een dienstverband in ieder geval tot en met 1 januari 2020 slapend te houden. 

Slapende dienstverbanden

Zowel het Scheidsgerecht Gezondheidszorg als de rechter in Den Haag deed een uitspraak na publicatie van de Compensatiewet. Ze oordeelden dat de werkgever onder bijzondere omstandigheden, in deze gevallen betrof het terminaal zieke werknemers, op grond van goed werkgeverschap gehouden kan zijn het slapende dienstverband te beëindigen en de transitievergoeding te betalen. Daarbij wees de rechter Den Haag op de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om met invoering van de Compensatiewet het fenomeen slapende dienstverbanden te stoppen. 

 Slapend houden verwijtbaar?

Door rechters in Zwolle en Maastricht werd kort daarop in separate zaken geoordeeld dat het slapend houden van het dienstverband geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever of strijd met goed werkgeverschap opleverde. In overweging werd genomen dat in de praktijk nog geen duidelijkheid bestaat over de beoordeling van compensatieverzoeken door het UWV en dat tot inwerkingtreding van de Compensatiewet werkgevers de transitievergoeding moeten voorfinancieren. De Zwolse rechter merkte echter op dat het slapend houden van een dienstverband na 1 april 2020 mogelijk wel ernstig verwijtbaar is, als werkgever geen enkel ander belang bij een slapend dienstverband heeft dan betaling van de transitievergoeding te voorkomen. 

Gezien de discrepantie in uitspraken en het maatschappelijk belang van een antwoord op de toelaatbaarheid van het slapende houden van dienstverbanden, besloot de rechter Roermond op 10 april jl. prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. De rechter Roermond vraagt of de werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden is een eenzijdig wijzigingsvoorstel van de werknemer, inhoudende beëindiging van de arbeidsovereenkomst te accepteren. Is in dat geval ook een transitievergoeding verschuldigd die voor compensatie in aanmerking komt? Daarnaast vraagt de rechter of een werkgever op grond van goed werkgeverschap moet instemmen met een beëindigingsvoorstel op initiatief van de werknemer, waarbij de hoogte van de transitievergoeding wordt begrensd door het maximale bedrag dat voor compensatie in aanmerking komt.

Voorlopig toelaatbaar

De Hoge Raad laat waarschijnlijk binnen een periode van 6 – 12 maanden zijn licht schijnen over slapende dienstverbanden. Tot die tijd lijkt het slapende houden van dienstverbanden, behoudens bijzondere omstandigheden, toelaatbaar. We zien het arrest van de Hoge Raad met belangstelling tegemoet. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Barbara van der Veen.