Verbod op zwijgcontracten in de zorg en de invloed van zorgverleners wettelijk vastgelegd in de Wkkgz
Jaarlijks treden op 1 juli diverse wetten in werking. Zo treedt morgen – zaterdag 1 juli 2023 – ook de Wet verbod zwijgcontracten in werking. Deze wet beoogt te verduidelijken en wettelijk te verankeren dat een zwijgbeding met betrekking tot het verstrekken van informatie over incidenten in jeugdzorg, zorg en ondersteuning van rechtswege nietig is.
De wet voegt hiertoe aan de Jeugdwet, Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) een nieuwe bepaling toe.
Wat zijn zwijgbedingen?
De wet verstaat onder een zwijgbeding ‘elk beding in een door contractspartijen gesloten overeenkomst dat het recht beperkt of ontneemt om informatie over een incident openbaar of aan een derde te verstrekken’. Het gaat dus expliciet om alle bedingen die ertoe leiden dat de patiënt niet mag spreken of naar buiten mag treden over een incident. De wet laat daarmee wel ruimte om geheimhouding af te spreken over andere zaken, zoals de hoogte van een financiële tegemoetkoming bij een schikking. Overigens werkt de bepaling niet met terugwerkende kracht en raakt het dus zwijgbedingen uit eerder gesloten overeenkomsten niet.
De contractspartijen zijn ruim geformuleerd, zodat – ongeacht wie de overeenkomst sluit – alle zwijgbedingen in de zorg van rechtswege nietig zijn.
- De bepaling in de Wkkgz is van toepassing op alle overeenkomsten gesloten door zorgaanbieders, instellingen die binnen het kader van de binnen een andere instelling verleende zorg een deel van de zorg verleent (zoals een Medisch Specialistisch Bedrijf) en alle bij of voor de zorgaanbieder of instelling werkzame natuurlijke personen en rechtspersonen. Daarnaast geldt de bepaling niet alleen voor het aangaan van zwijgbedingen met cliënten zelf, maar ook met diens naasten, vertegenwoordigers en nabestaanden.
- In de Jeugdwet gaat het om jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen, de bij of voor de jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling werkzame natuurlijke personen en rechtspersonen, alle jeugdhulpverleners en pleegouders. De bepaling geldt voor het aangaan van zwijgbedingen met de jeugdige zelf, diens ouder(s) – zowel met als zonder gezag –, diens voogd, degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de jeugdige uitoefent, de pleegouder, de wettelijk vertegenwoordiger van de jeugdige, de curator, mentor of schriftelijk gemachtigde en diens nabestaanden.
- In de Wmo gaat het om alle aanbieders, beroepskrachten en alle bij of voor de aanbieder werkzame rechtspersonen en om de cliënt, diens vertegenwoordiger en nabestaande.
De bepaling raakt dus in alle wetten ook zwijgbedingen aangegaan door onderaannemers, ondanks dat de overige bepalingen uit deze wetten niet rechtstreeks op onderaannemers van toepassing zijn.
Andere wijziging Wkkgz per 1 juli 2023
Naast de Wet verbod zwijgcontracten, treedt morgen ook een andere wijziging van de Wkkgz inwerking: de Wet Zeggenschap in de Zorg. Met die wet wordt in de Wkkgz vastgelegd dat zorgverleners die zorg verlenen aan cliënten, in de gelegenheid worden gesteld om invloed uit te oefenen op het beleid, voor zover dat beleid direct van belang is voor hun bijdrage aan het verlenen van goede zorg. Lees daarover dit nieuwsbericht.
Als u vragen heeft over dit onderwerp, neem gerust contact op met Lieke Bartelsman of Dylan Schreurs. Wij helpen u graag verder.