VK schendt akkoord met EU
De regering van het Verenigd Koninkrijk heeft in september de ‘Internal Market Bill’ gepresenteerd. Dit wetsvoorstel schendt het terugtrekkingsakkoord dat eerder is gesloten tussen de Europese Unie en het VK. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, heeft op 1 oktober dan ook verklaard dat de eerste officiële aanmaning (‘letter of formal notice’) naar het VK is verstuurd.
Het wetsvoorstel
In het wetsvoorstel is een bevoegdheid voor Britse ministers neergelegd om voorschriften op te stellen over staatssteun in Noord-Ierland en over douaneprocedures voor goederenvervoer vanuit Noord-Ierland naar Groot-Brittannië. De ministers krijgen daarbij de uitdrukkelijke bevoegdheid om af te wijken van het Noord-Ierland-Protocol (NIP).[i] Dit protocol is volgens Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Europese Commissie, een fundamenteel onderdeel van het terugtrekkingsakkoord. Door de expliciete mogelijkheid om af te wijken van het NIP, vormt het wetsvoorstel volgens de Commissie een inbreuk op het terugtrekkingsakkoord.
Strijd met terugtrekkingsakkoord
In een eerdere verklaring stelt de Europese Commissie[ii] voorop dat het terugtrekkingsakkoord niet eenzijdig buiten werking kan worden gesteld. Het akkoord is door beide partijen geratificeerd en reeds ingetreden. Daarnaast doet het niet ter zake of de ministers daadwerkelijk overgaan tot het nemen van maatregelen die strijdig zijn met het NIP. Het feit dat deze mogelijkheid wordt gecreëerd is reeds in strijd met de goede trouw, die volgt uit artikel 5 van het terugtrekkingsakkoord. Deze bepaling luidt – kort gezegd – dat partijen geen maatregelen mogen treffen die de verwezenlijking van de doelstellingen van het terugtrekkingsakkoord in gevaar brengen. Het wetsvoorstel is een dergelijke maatregel, aldus de Commissie.
De gevolgen voor het VK
Met het sturen van de eerste officiële aanmaning is de inbreukprocedure aangevangen. Het VK heeft één maand de tijd om op de aanmaning te reageren. Reageert het VK niet, dan zou de Europese Commissie een tweede aanmaning kunnen sturen. Indien het VK besluit ook aan deze aanmaning geen gehoor te geven, kan de Commissie zich wenden tot het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).
De gehele inbreukprocedure zal echter veel tijd kosten waardoor een eventuele rechtszaak hoogstwaarschijnlijk niet vóór het einde van de transitieperiode zal starten. Dit is procesrechtelijk gezien geen probleem. Procedures over niet-nalevingen van het terugtrekkingsakkoord die zich vóór het einde van de transitieperiode voordoen, kunnen aanhangig worden gemaakt tot vier jaar na het einde van de transitieperiode. De Europese Commissie kan de zaak dus met terugwerkende kracht alsnog aanhangig maken, indien het Britse wetsvoorstel daadwerkelijk wordt aangenomen.
Šefčovič benadrukt dat op grond van het terugtrekkingsakkoord verschillende rechtsmiddelen open staan en dat de EU niet schroomt deze aan te wenden. Hierbij doelt Šefčovič niet alleen op de mogelijkheid om naar het HvJEU te stappen, welke een dwangsom op kan leggen, maar ook de mogelijkheid om op grond van het terugtrekkingsakkoord zich te wenden tot het arbitragetribunaal, welke financiële sancties aan het VK kan opleggen. Als het VK besluit niet conform de uitspraken van het HvJEU dan wel het arbitragetribunaal te handelen, dan kan de EU haar verplichtingen uit het terugtrekkingsakkoord opschorten.
Al met al heeft het wetsvoorstel van het VK veel teweeggebracht en heeft het de kloof tussen de EU en het VK in deze onderhandelingsprocedure vergroot. Het valt te bezien of het VK voet bij stuk zal houden, of dat zij als gevolg van deze aanmaning toch besluit de ‘Internal Market Bill’ aan te passen.
Met dank aan Jurriaan van Gent voor de voorbereidende werkzaamheden voor dit artikel. Zie ook de artikelen over de impact van Brexit in andere praktijkgebieden. Voor een meer gedetailleerde analyse van de impact van Brexit op uw bedrijf, aarzel niet om contact op te nemen met een van onze experts.
[i] Art. 42 lid 2 resp. art. 43 Internal Market Bill.
[ii] ‘Statement by the European Commission following the extraordinary meeting of the EU-UK Joint Committee’ (10 september 2020)
Thema Brexit