5 min read

Gewijzigd Vpb-zorgbesluit: striktere eisen aan statuten, governance en reikwijdte jeugdhulp voor Vpb-zorgvrijstelling

18 December 2019

Op 13 december 2019 is een gewijzigd Vpb-zorgbesluit gepubliceerd waarin de voorwaarden zijn opgenomen voor toepassing van de Vpb-zorgvrijstelling. In dit nieuwsbericht lichten we toe wat de belangrijkste wijzigingen zijn en welke acties moeten worden genomen teneinde een beroep te kunnen (blijven) doen op de Vpb-zorgvrijstelling. Deze zien met name op de governance en de statuten. Ook wordt in het gewijzigde Vpb-zorgbesluit toegelicht welke jeugdhulpwerkzaamheden kwalificeren voor de toepassing van de Vpb-zorgvrijstelling.

Achtergrond

Op 21 december 2018 is een Vpb-zorgbesluit gepubliceerd. De eisen die daaruit volgden voor de toepassing van de Vpb-zorgvrijstelling waren niet volledig in lijn met het civiele recht. Om die reden is op 13 december 2019 een gewijzigd Vpb-zorgbesluit gepubliceerd dat het Vpb-zorgbesluit uit december 2018 vervangt. In dit gewijzigde Vpb-zorgbesluit zijn de eisen in lijn gebracht met het civiele recht en wordt meer ruimte geboden voor verschillende governance-eisen. Dit biedt meer ruimte aan de praktijk. We zijn dan ook verheugd dat we hieraan een belangrijke bijdrage hebben kunnen leveren.

Vpb-zorgvrijstelling

Een zorginstelling is Vpb-vrijgesteld als:

  1. De zorginstelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (minimaal 90%) kwalificerende zorgwerkzaamheden verricht (werkzaamhedeneis); en
  2. De zorginstelling als het winst behaalt, deze winst zowel statutair als feitelijk uitsluitend kan aanwenden ten bate van (i) een zorginstelling die ook een beroep doet op de Vpb-zorgvrijstelling; of (ii) een algemeen maatschappelijk belang (winstbestemmingseis). De winstbestemmingseis ziet zowel op de jaarwinst als op het liquidatiesaldo van de zorginstelling

Belangrijkste aanvullende voorwaarden zorg-BV

Het nieuwe Vpb-zorgbesluit vereist dat de zorg-BV (in)direct een meervoudig bestuur heeft (zie par. 6.2.3., tweede voorwaarde). Als de zorg-BV (in)direct niet een meervoudig bestuur heeft, dan zal er bij de zorg-BV of bij het lichaam dat de bestuurder is van de zorg-BV een toezichthoudend orgaan (RvT of RvC) moeten worden ingesteld. Kortom, het (in)direct niet hebben van een meervoudig bestuur kan worden gerepareerd door het instellen van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan bij de juiste rechtspersoon.

Daarnaast dient de zorg-BV sowieso een onafhankelijk toezichthoudend orgaan in te stellen (zie par. 6.2.3., derde voorwaarde), dat:

    (i)        toezicht houdt op de doelrealisatie en de winstbestemmingseis van de zorg-BV,

   (ii)        door middel van een statutair goedkeuringsrecht toezicht houdt op besluiten over de benoeming en het ontslag van de bestuurders van de zorg-BV; en

  (iii)        zelfstandig bevoegd is de bestuurders van de zorg-BV te schorsen.

Dit toezicht kan ook worden belegd bij het onafhankelijk toezichthoudend orgaan van de kwalificerende aandeelhouders, met dien verstande dat dit onafhankelijk toezichthoudend orgaan geen bevoegdheid tot schorsing van de bestuurders van de zorg-BV zoals genoemd onder (iii) zal hebben.

De impact van deze aanvullende voorwaarden hebben we schematisch uitgewerkt in toegelicht.

Belangrijkste aanvullende voorwaarden topstichting (geen Vpb-zorgvrijstelling en geen ANBI)

Ook voor de topstichting geldt dat de stichting (in)direct een meervoudig bestuur moet hebben (zie par. 6.2.4.1, tweede voorwaarde). Als de topstichting (in)direct niet een meervoudig bestuur heeft, dan zal er bij de topstichting of bij het lichaam dat de bestuurder is van de topstichting een onafhankelijk toezichthoudend orgaan (RvT of RvC) moeten worden ingesteld. Kortom, het (in)direct niet hebben van een meervoudig bestuur kan worden gerepareerd door het instellen van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan bij de juiste rechtspersoon.

Daarnaast dient de topstichting sowieso over een onafhankelijk toezichthoudend orgaan te beschikken dat toezicht houdt op de doelrealisatie en de winstbestemmingseis van het zorgconcern. Dit orgaan is tevens bevoegd de bestuurders van de stichting te benoemen, te schorsen en te ontslaan.

Voorts dient uit de statuten van de topstichting te blijken dat alle gelden, uitgaven en vermogensbestanddelen van de topstichting, niet zijnde operationele kosten van de topstichting, ook in het geval van liquidatie, uitsluitend kunnen worden besteed ten behoeve van het lichaam waarop de zorgvrijstelling van toepassing is of een algemeen maatschappelijk belang.

Reikwijdte jeugdhulp

Vormen van ondersteuning, hulp of zorg die worden verleend op grond van de Jeugdwet en die kwalificeren voor de toepassing van de Vpb-zorgvrijstelling, zijn:

  1. zorg ten behoeve van jeugdigen vanwege een verstandelijke of lichamelijke beperking van die jeugdigen;
  2. begeleiding, inhoudende het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een lichamelijke, zintuiglijke, somatische, gediagnosticeerde psychische of verstandelijke beperking;
  3. geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, voor zover het zorg betreft waarop voor meerderjarigen aanspraak bestaat op grond van het basispakket Zvw of de Wlz;
  4. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een lichamelijke, zintuiglijke, somatische, gediagnosticeerde psychische of verstandelijke beperking.

Actie vereist

Gezien de strikte eisen aan de governance en statuten zullen de statuten van alle zorginstellingen die een beroep doen op de Vpb-zorgvrijstelling moeten worden aangepast, uiterlijk op 31 december 2020. Ook kan het nodig zijn de governance aan te passen. Om die reden raden we aan tijdig in kaart te laten brengen wat de gevolgen van het gewijzigde Vpb-zorgbesluit voor uw zorgorganisatie zijn. Hiervoor kunt u contact opnemen met Siego Boslooper, Daniëlle Westerhoff en/of Nick Suurmond.